logo songteksten.net

William Basinski schittert op dronefest in Utrecht

(Novum) - Met een constante toevoer van warme, omhelzende drones en een genuanceerd klankspel heeft de Amerikaanse ambient-musicus William Basinski zondag Utrecht in de watten gelegd op de laatste dag van het Le Guess Who? festival. Tijdens het zogeheten '24-hour dronefest' werd een vol etmaal heerlijke en zuivere dronemuziek over het publiek uitgestort. Met een ruimte vol kussens en minimale verlichting was de Pandorazaal van Tivoli Vredenburg speciaal voor het evenement ingericht om zo ongestoord en optimaal mogelijk van de langgerekte tonen te genieten.

Basinski kondigt voorafgaand aan zijn 'performance' aan dat hij een nieuw, nog nooit eerder ten gehore gebrachte compositie ging spelen. "Maak uw gordels los en bereid u voor om vrij rond te zweven", aldus een breed lachende Basinski. Met deze luchtige introductie is er meer communicatie geweest vanaf het podium dan alle 21 voorafgaande uren van het dronefest bij elkaar.

Zachtjes laat de Amerikaan enkele drones opzwellen en creëert hij een lieflijk, harmonisch geluid met langs elkaar glijdende loops die de volledige zaal in hun bezit nemen. Na een minuut of tien worden echter onheilspellende lange tonen ingezet en komen klanken op die het midden houden tussen een vervormde vrouwenstem en het diepe geween van een synthesizer. De variaties, die onder de oppervlakte wel degelijk plaatsvinden, zijn een beloning voor de luisteraar die ervoor kiest de volledige aandacht te richten op het subtiele klankspel van Basinski.

De Amerikaan laat zijn dronecompositie zo vloeiend transformeren dat zelfs de oplettende luisteraar de veranderingen pas opmerkt nadat ze zich nauwelijks merkbaar reeds hebben voltrokken. Dat is de kracht van zijn werk en geeft het geheel een organisch en puur gevoel. Hoewel de 56-jarige Amerikaan binnen het soms monotone genre een uniek, eigen geluid heeft, worden vooral oudere fans herinnerd aan het baanbrekende werk van oudgedienden Brian Eno en Harold Budd uit de jaren zeventig en tachtig.

Op het dronefest zijn twee soorten bezoekers aanwezig. Veel mensen liggen met hun oogjes toe op de grond of op een van de zachte kussens die door de zaal zijn verspreid. Sommigen worden letterlijk in slaap gesust onder de warme deken van zachte drones. Anderen staren juist vol aandacht naar wat zich op het podium voltrekt en laten zich absorberen door de zuivere sound. Iedereen gaat op zijn eigen manier op in de bezwerende dronemuziek.

Bij Basinski zit het gros van het publiek van begin tot eind roerloos en vol aandacht naar het podium te staren. Dit in tegenstelling tot het doodsaaie concert van ambient-goeroe Tim Hecker, die kort na middernacht het spits mocht afbijten bij het dronefestijn. Hierbij werd de in duisternis gehulde zaal alsnog verlicht door de smartphones waar bezoekers uit verveling maar mee waren gaan spelen.

Aan het einde van het optreden speelt Basinski nog even met de aandacht van het publiek door het geluid zo langzaam weg te draaien dat de zaal nog kort gevuld wordt met aan stilte grenzende drones. Tijdens dit proces komt het gesuis van de airco op een gegeven moment boven het fluisterzachte gezoem op het podium uit. Zelfs hier wordt de overgang naar stilte nog genuanceerd bewerkstelligd. Na een daverend applaus taait Basinski (helaas zo'n twintig minuten te vroeg) weer af en laat de zaal in beroering achter.

De middag begint met een imposante gitaarshow van de Vlaming Dirk Serries, die voorheen onder de noemers Fear Falls Burning en Vidna Obmana optrad. Slechts gewapend met gitaar en laptop, maar met een machtige muur van versterkers achter zich, laat Serries met kracht basdrones door de zaal dreunen. De Belg gaat tijdens het optreden op in zijn gitaarspel en deint zachtjes mee met het golven van de tonen.

Net als Basinski zorgt Serries op een geheel eigen manier voor continu pulserende drones waaronder een knap spel van subtiele variaties plaatsvindt. De gitarist creëert een vloeiende overgang van hard laag gedreun en fragiele, zachtere tonen. Hoogtepunt van de show is wanneer de Belg zijn gitaar met een strijkstok bespeelt met gebruik van loops een mooi vol geluid weet te stapelen. Het publiek gaat op in de liedjes van Serries en wordt ruw opgeschrikt wanneer een barvrouw per ongeluk hele stapel plastic bekers op de grond laat vallen. Dit soort muziek vereist geduld en concentratie, die door de minste afleiding abrupt kan worden verstoord.

Na Serries is het de beurt aan de bijzondere composities van Julianna Barwick, die het zoete stemgeluid van de zangeres als basis hebben. Als er ooit een soundtrack voor het naar de hemelpoort toe zweven moet worden gemaakt, is ieder nummer van de Amerikaanse hier uitermate voor geschikt. Haar loops van zuivere, engelachtige zang die langs de wanden vibreren zorgen in ieder geval voor het gevoel aan gene zijde te zijn beland.

De zang is zo uitgerekt en gelaagd dat er soms woorden in lijken door te klinken, maar deze zijn niet te ontwaren. Waarschijnlijk maar goed ook, want muziek van deze zuiverheid en abstractie doet het beter zonder iets zo concreet als teksten. Hoewel Barwick de zaal al snel in katzwijm heeft doen vallen, is tijdens enkele uithalen de inspanning op haar eigen gezicht af te lezen. Hoewel het optreden zelfs voor haar doen weinig variatie met zich meebrengt, weet Barwick een zowel krachtig als breekbaar geluid neer te zetten.

Dan verschijnt na het avondeten een onzeker ogende Steve Hauschildt op de bühne. Het voormalige lid van de elektronische act Emeralds levert een meer dynamisch geluid, dat geïnspireerd lijkt te zijn door oude psychedelische jams en met name de voornamelijk uit Duitsland afkomstige Kosmische Musik en Krautrock. Met spacy beats en luide synths schuift de Amerikaan een serie soundscapes over elkaar heen die perfect lijkt te passen bij de Windows-95-achtige beelden die op het scherm achter hem worden geprojecteerd.

Hauschildt laveert telkens tussen ontspannende drones en opzwepende ritmische spacebeats en combinaties van beiden. Halverwege de show brengt hij een abstract klankspel ten gehore dat nog het meest klinkt als vervormingen van op een halfleeg bierflesje blazen, boodschappen uit een ver sterrenstelsel en het overgaan van een antieke bakelieten telefoon. Het publiek lijkt de meer actieve muziek van Hauschildt aardig te kunnen waarderen, maar blijft toch onbeweeglijk in de comfortabele kussens hangen.

De avond wordt afgesloten door de onbetwiste god van de drone doom Stephen O'Malley, bekend als een helft van het verpletterende Sunn O))). De Amerikaan begint rustig met het laten vibreren van feedback uit de halve cirkel van vol loeiende versterkers en wat krakende akkoorden op zijn gitaar, maar maakt halverwege de show zijn reputatie meer dan waar met een oorverdovende tsunami van basgeweld. Net als bij het alles wegblazende Sunn O))) is ook de soloshow van O'Malley zowel een mentale als een fysieke ervaring.

Het tempo van de donderende drones ligt wel iets hoger dan bij het recordtrage Sunn O))). Tijdens de tweede helft van het optreden keert O'Malley het publiek de rug toe en gaat met zijn gitaar recht tegen de stapel versterkers aan staan. Vanaf dit moment klinkt alleen nog een muur van genadeloos harde bastonen aangevuld met enkele gitaarakkoorden die als een bulldozer over het publiek heen walsen. De amplifiers zijn net zo goed een muziekinstrument voor de Amerikaan als zijn gitaar. Een simpele draai aan een gitaarpedaal voert de kracht en het volume van de muziek nog verder op. Veruit de luidste show van het al in volume uitblinkende Le Guess Who? festival.

Hiermee komt het bijzondere dronefest na 24 uur ten einde. Na een van tevoren aangekondigde stilte van tien minuten gaat het licht om middernacht weer aan. De doezelige bezoekers krabbelen op uit hun kussens en verlaten de zaal - weg uit een tijdelijke alternatieve realiteit waar alles warm en harmonieus was, terug een inmiddels koud en regenachtig Utrecht in.

Je hebt cookies uitgeschakeld en kunt om die reden niet reageren