Kinderen voor kinderen - Vuur En Vlam

Jongen:
Meiden vind ik slap,
Ze kunnen nergens tegen.
Op school een grote mond
Maar voor gedrag een negen.

Meisje:
Jongens doen zo stoer.
Maar durven niet te swingen.
Bang om af te gaan.
Ze willen altijd winnen.

Jongen:
Ach meiden, dat is toch niks gedaan.

Meisje:
Jongens, wat heb je daar nu aan.

Beide:
Maar toen ik jou voor het eerst op het schoolplein zag.
Ben ik nergens meer zeker van.
Mijn moeder zegt: wat is er toch.
Nee niets niet iets .
Waar ik met iemand over praten kan.

Refrein:

Zomaar wham
In vuur en vlam.
Zo maar wham.
In vuur en vlam.
Zo maar wham.
In vuur en vlam.
Zomaar wham.
In vuur en vlam.

Jongen:
Meiden zijn vaak knap
Vervelend en zo kattig.
Ze klitten bij elkaar en vinden alles schattig.

Meisje:
Jongens doen zo leuk
Ach het zijn toch stumpers.
en als je borsten hebt dan noemen zei die Bumpers. Nee jongens, dat is toch niks gedaan.

Jongen:
Meiden, wat heb je daar nou aan.

Beide:
Maar sinds ik jou voor het eerst op het schoolplein zag
Ben ik nergens meer zeker van.
Mijn vader zegt: wat ben je stil.
Het is niets-niet iets waar ik met iemand over praten kan.

refrein:
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam
Zomaar wham
In vuur en vlam.

Meisje:
Jongens moeten steeds zo nodig stompen.
Of ze trekken kei hard aan je haar.

Jongen:
Speel je softbal, nou dan voel je op je klompen.
Dat je verliest doordat een meisje
op het laaste honk er bijstaat als een zoutpilaar.
Oh ja.

Ach meiden, dat is toch niets gedaan.

Meisje:
Jongen, wat heb je daar nou aan.

beide:
Maar sinds ik jou voor het eerst op het schoolplein zag.
Ben ik nergens meer zeker van.
De juffrouw zegt:Wat is er toch.
Nee niets-niet iets waar ik met iemand over praten kan.

Refrein:
Zo maar wham
In vuur en vlam
Zo maar wham
In vuur en vlam
Zo maar wham
In vuur en vlam
Zo maar wham