Jan Beuving - Zaterdagochtend
Zaterdagochtend, een kamer vol bloemen.
Iedere vaas in het huis is gebruikt.
De zon vindt barmhartig een weg door de ramen,
alles is vredig, het weekend ontluikt.
Kranten verspreiden zich over de tafel
Net als de melk, het beleg en het brood.
De kinderen zijn alle drie al beneden,
twee op hun stoeltjes en eentje op schoot.
De oudste smeert pindakaas op zijn pyjama,
mama zet nog eens het broodrooster aan.
“Jongens,” zegt papa dan, “wat ik wou vragen:
wie weet waarom al die bloemen hier staan?”
Zaterdagochtend, vragende blikken.
“Mama weet jij het?” Zegt één van de drie.
Mama knikt zachtjes. Het kind dat op schoot zit
schuifelt ineens naar haar andere knie.
“Mama moest vorige week naar de dokter,
die heeft in haar borst iets gevoeld en gezien.
Hier zit een knobbeltje dat er niet thuis hoort
En nu gaan ze dat opereren misschien.
Want als het blijft zitten dan kan het gaan groeien
en dat is gevaarlijk, nu is het nog klein.
Nee, het doet nog geen pijn, maar dat kan straks wel komen
en dan moet ik vaak in het ziekenhuis zijn.”
Zaterdagochtend een kamer vol stilte.
Starende oogjes, verdrietig, geschrokken.
Het zonlicht, de bloemen, het zwijgen aan tafel,
En dan vraag de middelste….
“Zijn er nog vlokken?”
Iedere vaas in het huis is gebruikt.
De zon vindt barmhartig een weg door de ramen,
alles is vredig, het weekend ontluikt.
Kranten verspreiden zich over de tafel
Net als de melk, het beleg en het brood.
De kinderen zijn alle drie al beneden,
twee op hun stoeltjes en eentje op schoot.
De oudste smeert pindakaas op zijn pyjama,
mama zet nog eens het broodrooster aan.
“Jongens,” zegt papa dan, “wat ik wou vragen:
wie weet waarom al die bloemen hier staan?”
Zaterdagochtend, vragende blikken.
“Mama weet jij het?” Zegt één van de drie.
Mama knikt zachtjes. Het kind dat op schoot zit
schuifelt ineens naar haar andere knie.
“Mama moest vorige week naar de dokter,
die heeft in haar borst iets gevoeld en gezien.
Hier zit een knobbeltje dat er niet thuis hoort
En nu gaan ze dat opereren misschien.
Want als het blijft zitten dan kan het gaan groeien
en dat is gevaarlijk, nu is het nog klein.
Nee, het doet nog geen pijn, maar dat kan straks wel komen
en dan moet ik vaak in het ziekenhuis zijn.”
Zaterdagochtend een kamer vol stilte.
Starende oogjes, verdrietig, geschrokken.
Het zonlicht, de bloemen, het zwijgen aan tafel,
En dan vraag de middelste….
“Zijn er nog vlokken?”
Songteksten.net heeft toestemming van Stichting FEMU om deze songtekst te tonen.
De songteksten mogen niet anders dan voor privedoeleinden gebruikt worden, iedere andere verspreiding van de songteksten is niet toegestaan.