Acda en de Munnik - De Nachtwacht
De stadspoort in het donker dicht
De toren slaat het laatste uur
En langs de grachten vlamt rood licht
Als imitatie hellevuur
De nachtwacht met zijn blinde kop
Klimt langs de bruggen stijf en grijs
Zijn lied weerkaatst door steeg en slop
De drager lang vergeet de wijs
Zijn zachte voetstap in ’t plantsoen
Die tweeling schimmen vluchten doet
Dringt slepend door het donkergroen
En glimlacht wijs en bitterzoet
Een grijze man ligt in de straat
En zingt zijn lied van brandewijn
Wanneer de nachtwacht langs hem gaat
Stemt hij in met het refrein
12 – 1 ik houd de wacht
De klok heeft geslagen
T zal spoedig weer dagen
En koud is de nacht
Dan wordt de hemel porselein
Het laatste rode licht dat dooft
Het fluiten van de eerste trein
De nachtwacht schudt zijn bruine hoofd
Ontvlucht het zonlicht in een kroeg
En leunend op zijn hellebaard
Verdrinkt hij daar de dag al vroeg
Een dauw van tranen in zijn haar
12 – 1 ik houd de wacht
De klok heeft geslagen
T zal spoedig weer dagen
En koud is de nacht
Hij kan niet leven overdag
Hij vliegt zich in de zon kapot
Geen mens die hem ooit anders zag
Dan als een grauwe grijze mot
12 – 1 ik houd de wacht
De klok heeft geslagen
T zal spoedig weer dagen
En koud is de nacht
De toren slaat het laatste uur
En langs de grachten vlamt rood licht
Als imitatie hellevuur
De nachtwacht met zijn blinde kop
Klimt langs de bruggen stijf en grijs
Zijn lied weerkaatst door steeg en slop
De drager lang vergeet de wijs
Zijn zachte voetstap in ’t plantsoen
Die tweeling schimmen vluchten doet
Dringt slepend door het donkergroen
En glimlacht wijs en bitterzoet
Een grijze man ligt in de straat
En zingt zijn lied van brandewijn
Wanneer de nachtwacht langs hem gaat
Stemt hij in met het refrein
12 – 1 ik houd de wacht
De klok heeft geslagen
T zal spoedig weer dagen
En koud is de nacht
Dan wordt de hemel porselein
Het laatste rode licht dat dooft
Het fluiten van de eerste trein
De nachtwacht schudt zijn bruine hoofd
Ontvlucht het zonlicht in een kroeg
En leunend op zijn hellebaard
Verdrinkt hij daar de dag al vroeg
Een dauw van tranen in zijn haar
12 – 1 ik houd de wacht
De klok heeft geslagen
T zal spoedig weer dagen
En koud is de nacht
Hij kan niet leven overdag
Hij vliegt zich in de zon kapot
Geen mens die hem ooit anders zag
Dan als een grauwe grijze mot
12 – 1 ik houd de wacht
De klok heeft geslagen
T zal spoedig weer dagen
En koud is de nacht
Songteksten.net heeft toestemming van Stichting FEMU om deze songtekst te tonen.
De songteksten mogen niet anders dan voor privedoeleinden gebruikt worden, iedere andere verspreiding van de songteksten is niet toegestaan.