Herman van Veen - Suzanne
Suzanne neemt je mee
Naar een bank aan het water
Duizend schepen gaan voorbij
En toch wordt het maar niet later
En je weet dat ze te gek is
Want daarom zit je naast haar
En ze geeft je pepermuntjes
Want ze geeft je graag iets tastbaars
En net als je haar moet zeggen
Ik kan jou geen liefde geven
Komt heel de stad tot leven
En hoor je meeuwen schreeuwen
Je hebt steeds van haar gehouden
En je wilt wel met haar meegaan
Samen naar de overkant
En je moet haar wel vertrouwen
Want zij houdt al jouw gedachten in haar hand
En Jezus was een visser
Die het water zo vertrouwde
Dat hij zomaar over zee liep
Omdat hij had leren houden
Van de golven en de branding
Waarin niemand kan verdrinken
Hij zei "als men blijft geloven
Kan de zwaarste steen niet zinken"
Maar de hemel ging pas open
Toen zijn lichaam was gebroken
En hoe hij heeft geleden
Dat weet alleen die visser aan het kruis En je wilt wel met hem meegaan
Samen naar de overkant
En je moet hem wel vertrouwen
Want hij houdt al jouw gedachten in zijn hand
Suzanne neemt je mee
Naar een bank aan het water
Je onthoudt waar ze naar kijkt
Als herinnering voor later
En het zonlicht lijkt wel honing
Waaraan kinderen zich tegoed doen
En het grasveld ligt bezaaid
Met wat de mensen zoal weg doen
In de goot liggen de helden
Met een glimlach op de lippen
En de meeuwen in de lucht
Lijken net verdwaalde stippen
Als Suzanne je lachend aankijkt
En je wilt wel met haar meegaan
Samen naar de overkant
En je moet haar wel vertrouwen
Want ze houdt al jouw gedachten in haar hand
Naar een bank aan het water
Duizend schepen gaan voorbij
En toch wordt het maar niet later
En je weet dat ze te gek is
Want daarom zit je naast haar
En ze geeft je pepermuntjes
Want ze geeft je graag iets tastbaars
En net als je haar moet zeggen
Ik kan jou geen liefde geven
Komt heel de stad tot leven
En hoor je meeuwen schreeuwen
Je hebt steeds van haar gehouden
En je wilt wel met haar meegaan
Samen naar de overkant
En je moet haar wel vertrouwen
Want zij houdt al jouw gedachten in haar hand
En Jezus was een visser
Die het water zo vertrouwde
Dat hij zomaar over zee liep
Omdat hij had leren houden
Van de golven en de branding
Waarin niemand kan verdrinken
Hij zei "als men blijft geloven
Kan de zwaarste steen niet zinken"
Maar de hemel ging pas open
Toen zijn lichaam was gebroken
En hoe hij heeft geleden
Dat weet alleen die visser aan het kruis En je wilt wel met hem meegaan
Samen naar de overkant
En je moet hem wel vertrouwen
Want hij houdt al jouw gedachten in zijn hand
Suzanne neemt je mee
Naar een bank aan het water
Je onthoudt waar ze naar kijkt
Als herinnering voor later
En het zonlicht lijkt wel honing
Waaraan kinderen zich tegoed doen
En het grasveld ligt bezaaid
Met wat de mensen zoal weg doen
In de goot liggen de helden
Met een glimlach op de lippen
En de meeuwen in de lucht
Lijken net verdwaalde stippen
Als Suzanne je lachend aankijkt
En je wilt wel met haar meegaan
Samen naar de overkant
En je moet haar wel vertrouwen
Want ze houdt al jouw gedachten in haar hand
Songteksten.net heeft toestemming van Stichting FEMU om deze songtekst te tonen.
De songteksten mogen niet anders dan voor privedoeleinden gebruikt worden, iedere andere verspreiding van de songteksten is niet toegestaan.