Rita Hovink - Antonio

Antonio
We zitten op het Spaanse strand net als in Holland hand in hand
‘K zou niet genieten lieve schat als ik jou hier niet bij me had, Antonio
Antonio
Zo noem ik jou al heet je Toon, maar dat klinkt hier zo doodgewoon
‘K zeg tot ik weer in Holland woon Antonio
Antonio
Je hebt geen snor en geen gitaar, niet van dat ravenzwarte haar
Is de vakantie weer voorbij dan ga je lekker mee met mij, Antonio
Antonio
‘K zou echt niet weten wat ik moest want hoe hou ik zo’n kerel koest, Antonio

Nog even en we gaan weer koffers pakken
Vakantie naar het Spaanse warme zand
Mijn Toon en ik gaan lekker liggen bakken
Zo samen in de zon, niks aan de hand
En zitten wij dan fijn op een terrasje
En dan zeg ik Toon wat hebben wij het goed
Ik noem je voor een week of wat Antonio
En koop voor jou een echte Spaanse hoed

Antonio
We zitten op het Spaanse strand net als in Holland hand in hand
‘K zou niet genieten lieve schat als ik jou hier niet bij me had, Antonio
Antonio
Zou noem ik jou al heet je Toon, maar dat klinkt hier zo doodgewoon
‘K zeg tot ik weer in Holland woon Antonio
Antonio
Je hebt geen snor en geen gitaar, niet van dat ravenzwarte haar
Is de vakantie weer voorbij dan ga je lekker mee met mij, Antonio
Antonio
‘K zou echt niet weten wat ik moest want hoe hou ik zo’n kerel koest, Antonio

Antonio, we gaan weer naar Marbella
Naar een of andere mooie Spaanse kust
De hele dag aan zee en dan Paella
En tussendoor siësta voor de rust
En ‘s-avonds gaan we dansen de Flamenco
De castagnetten heb ik al gekocht
Door Toontje met z’n hoofd in een Sombrero
Heb ik nog naar een Torreador gezocht

Antonio
We zitten op het Spaanse strand net als in Holland hand in hand
‘K zou niet genieten lieve schat als ik je hier niet bij me had, Antonio
Antonio
Zou noem ik jou al heet je Toon, maar dat klinkt hier zo doodgewoon
‘K zeg tot ik weer in Holland woon Antonio
Antonio
Je hebt geen snor en geen gitaar, niet van dat ravenzwarte haar
Is de vakantie weer voorbij dan ga je lekker mee met mij, Antonio
Antonio
‘K zou echt niet weten wat ik moest want hoe hou ik zo’n kerel koest, Antonio