Urbanus - Bakske vol met stro

Heel lang geleden, voor den aller eerste keer
Dat had ge moeten zien het was verschrikkelijk slecht weer
Lag er daar te bibbereren in een koude koeien stal
In een kribbeke met nen os en een ezel dat was al
Maar boven in de lucht kon ge een stereke zien staan
Dat alsmaar zat te fonkelen d'r ging een wegwijzertje aan
Het heeft niet lang geduurd of daar was een volle bak
Het krioelde van de herders met een dikke wolle vacht

[Refrein]
Jesuke is geboren haleloeia, halow
Jesuke is gebore in een bakske vol met stro

Toen kwamen de 3 koningen, een zwarte en een witte
Ze vroegen of zij ook mochten komen baby-sitten
Ze schonken een rol balatum en een grote pot vernis
Een salami met look en een aquarium met een vis
De zwarte gaf aan Josef een paar vijze en een boor
En aan Jesuke een sjaaleke en een broekske in ivoor.
Maria kreeg een zak sement met een grote roze strik
En een potloot en een gommeke, om te gommen kreege kik

[Refrein]

De heilige geest die hing daar te schijnen op t plafond
In zijne blauwe training en zijnen purpere plastron
Op dat moment zei Josef: kijk da is hier met mij kleine
Zo zie maar zonder neus tis echt hellemaal de mijne
De heilige geest moest lachen: haaa ocharme sukkelaar
Die kleine is van mij, want ik was den ooievaar
Josef gaf de geest een goei mot op zijn gezicht
Toen zaten ze meteen zonder klank en zonder licht [Refrein]

Ze bleven daar maar zwaaien met hun vuisten in het rond
De os en de ezel lagen knock out op de grond
Toen kwam God de vader en hij sprak: dit is mijn zoon
Nu stonden ze te gapen, nu zaten ze daar schoon
Josef kon niet volgen en dien is beginnen zuipen
Maria van Affronte, die wist ook nie meer waar kruipen
Dat werd me daar een kermis, dat werd me daar een klucht
Toen viel er nog een nest met engelen uit de lucht, aaa

[Refrein]

Jesus nam zijn fles met pap en havervlokken
En heeft toen nog rap een verse piesdoek aangetrokken
Er zij vrede op aarde aan iedereen die da wil
Toen werd alles kalem en alles werd weer stil
Hij had er daar genoeg van en hij ging er maar vandoor
Hij trok zijn ariooltje scheef over zijn oor
Hij is gelijk een grote in zijn sportwagen gekropen
Al die dan mij volgen wil zal wreed hard moeten lopen

[Refrein]