Herman Finkers - Jagerslied

jagers lied

Hallo, ik ben een jager, ik jaag van vroeg tot laat
Leen mij uw oor dan zing ik hoe dat gaat:
Hatrihalihalohadelie, oh ik jaag me uit de naad

De jacht is gezond voor het wild, eerlijk waar
Een jager schiet graag een ziekelijk exemplaar
Zo zag ik zojuist een wildfazant met één
Gebroken drumstick hinken door het veen

Hatrihalihalohadelie, hallo ik ben een jager
Een jager ben ik graag, hatrihalohadelie
Halihalo een jager ben ik graag.

Als macrobioot zwoer ik ooit eeuwig trouw
Aan een veel te zwaar, onopgemaakte vrouw
Dat bleek een vergis, ons huwelijk liep mis
En nu vreet ik vlees alsof het muesli is

Hatrihalihalohadelie, grager ben ik een jager
holahilaho, hatrihalohadelie
halihalo een jager ben ik graag.

De jacht: het legt zo mooi je oerinstincten bloot
Ik zag laatst een kwartel en dacht: die krijg ik dood
Dus ik schoot op dat beest, de kogel ging luid
Het ene oor in en het andere oor weer uit

hatrihalohadelie oh het andere oor weer uit

T’ was net of door `t lawaai van mijn dubbelloopskanon
De kogel de slaap niet goed vatten kon
Nu heb ik van het jagen alles wel verteld
Eén belangrijk ding nog heb ik niet gemeld:

Men praat over jagers onnodig negatief
Want een jager jaagt uitsluitend selectief:
Is een beest algemeen, dan wordt er veel wat afgeslacht
Maar zijn er van dat soort maar acht, dan schiet ik er maar acht

Hatrihalihalohadelie halo ik ben een jager een jager ben ik graag
halohalohalihali ik kom er niet uit, hij komt er niet meeruit

Het was drie november, de Hubertus-jacht!
Zo rond het middaguur, het angelus klepte zacht
Ik richtte op een hert toen mijn hart getroffen werd
Door dat kruis tussen `t gewei, en een engel die mij zei:

"Dominus vobiscum, jager"
Een jager blijft een jager
Hollahielaho