Boudewijn de Groot - Naast Jou
Naast jou – Boudewijn de Groot
Nee ik heb nog niets begrepen van je woorden
‘k heb m’n moed nog lang niet bij elkaar geraapt
Ik weet zeker nu dat ik jouw huilen hoorde
Je ligt naast me en je doet alsof je slaap
En ik weet dat jij als ik je aan wil raken
Kribbig afweert alsof ik een vreemde ben
Ik ben bang voor jouw gezicht als we ontwaken
Ik ben bang dat ik je dan niet eens meer ken
En ik kan jouw lichaam in het donker naast me bijna zien
Ik ken er ieder plekje van
Misschien zie ‘k je nu nooit meer en het verbaast me
Dat ik nu zo kalm en helder denken kan Ik herken zelfs jouw manier van ademhalen
In het donker van ons harde smalle bed
En ik voel de warmte van jouw lichaam stralen
Al heb jij mij dan ook in de kou gezet
Ik weet nog goed de eerste nacht dat wij hier waren
Het was winter en je had de trein gemist
In mijn bed lag jij wat voor je uit te staren
Omdat jij er nog niet al te veel van wist
En ik wilde wel heel graag ervaren lijken
Maar ik wist er ook niet veel meer van dan jij
’s morgens durfden wij elkaar niet aan te kijken
Had er spijt van en was toch wel heel erg blij
’t is weer ochtend en de zon is al gaan schijnen
Door mijn wimpers zie ‘k je in de kamer staan
In het zachte licht dat valt door de gordijnen
En je schaamt je nu voor mij, je kleed je aan
Ik hoop dat ik nooit zo’n nacht meer zal beleven
En het geeft niet of ik mijn gevoel verdruk
Maar je hebt me bij ’t afscheid iets gegeven
De herinnering aan liefde en geluk
En ik spring uit bed ik gooi de ramen open
Mensen zwermen op ’t plein, de lucht is blauw
Ik wil zonder doel en zonder wegen lopen
En gelukkig zijn al is het niet met jou
Ik wil naar zee toe om te rijden op de golven
Ik wil vliegen als een vogel in de lucht
In de wolken zijn, of onder schuim bedolven
’t is voorbij en ik ben blij en met een zucht
Met een lach en met een traan ben ik door straten
Van de stad waar het nu lente is gegaan
En ik heb de winter achter me gelaten
Onze liefde kan niet langer meer bestaan
Maar al ga ‘k hier vandaan toch blijf ik zingen
Ik heb altijd nog een lied in m’n gitaar
Ik blijf dromen van precies dezelfde dingen
‘k zal je weerzien en we blijven bij elkaar
Nee ik heb nog niets begrepen van je woorden
‘k heb m’n moed nog lang niet bij elkaar geraapt
Ik weet zeker nu dat ik jouw huilen hoorde
Je ligt naast me en je doet alsof je slaap
En ik weet dat jij als ik je aan wil raken
Kribbig afweert alsof ik een vreemde ben
Ik ben bang voor jouw gezicht als we ontwaken
Ik ben bang dat ik je dan niet eens meer ken
En ik kan jouw lichaam in het donker naast me bijna zien
Ik ken er ieder plekje van
Misschien zie ‘k je nu nooit meer en het verbaast me
Dat ik nu zo kalm en helder denken kan Ik herken zelfs jouw manier van ademhalen
In het donker van ons harde smalle bed
En ik voel de warmte van jouw lichaam stralen
Al heb jij mij dan ook in de kou gezet
Ik weet nog goed de eerste nacht dat wij hier waren
Het was winter en je had de trein gemist
In mijn bed lag jij wat voor je uit te staren
Omdat jij er nog niet al te veel van wist
En ik wilde wel heel graag ervaren lijken
Maar ik wist er ook niet veel meer van dan jij
’s morgens durfden wij elkaar niet aan te kijken
Had er spijt van en was toch wel heel erg blij
’t is weer ochtend en de zon is al gaan schijnen
Door mijn wimpers zie ‘k je in de kamer staan
In het zachte licht dat valt door de gordijnen
En je schaamt je nu voor mij, je kleed je aan
Ik hoop dat ik nooit zo’n nacht meer zal beleven
En het geeft niet of ik mijn gevoel verdruk
Maar je hebt me bij ’t afscheid iets gegeven
De herinnering aan liefde en geluk
En ik spring uit bed ik gooi de ramen open
Mensen zwermen op ’t plein, de lucht is blauw
Ik wil zonder doel en zonder wegen lopen
En gelukkig zijn al is het niet met jou
Ik wil naar zee toe om te rijden op de golven
Ik wil vliegen als een vogel in de lucht
In de wolken zijn, of onder schuim bedolven
’t is voorbij en ik ben blij en met een zucht
Met een lach en met een traan ben ik door straten
Van de stad waar het nu lente is gegaan
En ik heb de winter achter me gelaten
Onze liefde kan niet langer meer bestaan
Maar al ga ‘k hier vandaan toch blijf ik zingen
Ik heb altijd nog een lied in m’n gitaar
Ik blijf dromen van precies dezelfde dingen
‘k zal je weerzien en we blijven bij elkaar
Songteksten.net heeft toestemming van Stichting FEMU om deze songtekst te tonen.
De songteksten mogen niet anders dan voor privedoeleinden gebruikt worden, iedere andere verspreiding van de songteksten is niet toegestaan.