Jelle Cleymans - Welk Oog En Hoeveel Tranen

Toen je zei, het is over en voorbij.
Ik heb je katers, wel gehad, je schilfers in het bad.
Je sokken op de grond, je bent een vieze vuile hond.
Wist ik dat, jij dacht dat ik zou breken.
Jou op m’n knieën zou gaan smeken.
Toe lief verlaat me niet, geef me nu nog wat krediet.
Maar nee integendeel, ik zei heel koel en rationeel:

Welk oog en hoeveel tranen, hoe hard wil je dat ik lijd.
Ik speel gebroken en gekweld, als jou dat tevreden stelt.
Maar in m’n hart ben ik bevrijd.

Heel relax, zonder enig schuldcomplex.
Smeerde ik mij, een boterham, terwijl jij je koffers nam.
En in de kast heel expliciet, een grote leegte achterliet
Kort daarop, kwam je huilend naar beneden.
Nam je de allerlaatste trede.
En zei je zeg iets lief en vlug, of je ziet me nooit meer terug.
Dat ik vond ik zo sentimenteel, dus ik zei vals emotioneel:

Welk oog en hoeveel tranen, hoe hard wil je dat ik lijd.
Ik speel de radeloze man, ja je weet dat ik dat kan.
Maar in m’n hart ben ik bevrijd. Na een maand van bier en blikvoeding en van slapeloze nachten
omdat ik de lakens niet meer opgewarmd kreeg zonder jou,
toetste ik op een regenachtige avond met een klein hartje de cijfers van je telefoonnummer in.
Ik was bang dat ik je moeder aan de lijn zou krijgen. Maar nee.

Je nam op, al klonk je niet echt uitgelaten.
Ik zei m’n lief ik moet even met je praten.
Want ik wist bij god niet dat ik jou, zo verschrikkelijk missen zou.
Ik had graag een tweede kans gehad, maar jij antwoordde gevat:

Welk oog en hoeveel tranen, was het dat niet wat je zei.
Toen ik vernederd vol verdriet, al wat wij hadden achterliet.

Welk oog en hoeveel tranen, wil je nu van mij. Van mij, ….. van mij ….. van mij.