Beauty And The Beast - Weer Helemaal Mens

LUMIERE:
Weer het heertje te zijn,
sjiek meneertje te zijn,
met un emademoisselle aan de arm!
Want dan ben ik weer mens,
oui, weer hélemaal mens,
en dan houd ik de vrouwtjes weer
warm!
Dan verover ik weer,
dan betover ik weer...

MEVROUW POT:
In elk huwelijk giert het alarm!

JAKOPJE:
Ik ga wand`len met Bel!

LUMIERE:
... maar mijn land hou ik wèl!

JAKOPJE:
En dan ben ik gewoon weer een mens!

LA COMMODIA / MEVROUW POT / BABETTE:
Dan ben ik weer een mens,
ja, dan ben ik een mens,
niet een ding zonder hart, zonder doel.

JAKOPJE:
Doe nou wat je moet doen!
Geef mekaar nou een zoen!

LA COMMODIA:
Mamma mia! Ik ken dat gevoel!
Want dan ben ik weer thuis
in het Operahuis:
een vedet met een stem en een smòel...
En ik zeg het maar vast:
ik kom woeps! uit de kast...
Voor de fans ben `k weer hélemaal mens!

TICKENS:
Ja, dan ben ik weer mens -
weer een redelijk mens,
die zich niet in de regels verslikt
`k Wind me niet meer zo op...

LUMIERE:
Ah, daar kijk ik van op!

TICKENS:
Ik ben huis niet ge-t-t-t-tikt!
Ik ga fijn met pensioen
en geen donder meer doen,
`k Ben volkomen onarbeidsgeschikt...
of ik schrijf een roman,
maar ik neem het ervan en ONTSPAN!

ALLEN:
En weer helemaal mens!

Dus veeg het stof van de vloer
en schuif de meubels opzij.
Alles moet comme il faut,
want je weet: het kan zomaar
gebeuren...

LUMIERE:
Snel aan de slag, mon amour!

BABETTE:
Ik haal de bezem erbij!

ALLEN:
En geniet er maar van,
ieder ogeblik kan
het gebeuren!

MEVROUW POT / STOFFER / EIERWEKKER:
Open de leuken en zwabberen maar!

MEVROUW POT:
Dit moet hier en dat ding, dat moet daar.

ALLEN:
Al het verwijt, de tranen, de spijt
gaan zo uit het raam

ALLEN:
En dan zijn we weer mens!
Ja, weer helemaal mens,
als het meisje ons eind`lijk bevrijdt!
Gaan we stevig tekeer,
want dan léven we weer...
niet voor even maar echt voor altijd!

Dan beminnen we weer,
dan beginnen we weer
en vergeten wat ooit is geweest...
Weer een menselijk lijf,

weer een vent, weer een wijf
Alles komt voor mekaar
dankzij hem, dankzij haar...
mischien morgen al, morgen al,
morgen al, morgen al...
En... dan...
Dànsen we weer
en dan sjansen we weer
en we walsen van ééntweejedrie.
Want dan zijn we weer mens
ja weer hélemaal mens,
en we vrijen met onze cherie!

En dan zingen we weer
en dan swingen weer weer,
dan is al de ellende fini...

O we hijsen de vlag
Op die stralende dag,
met een blozende toet
en van vlees en van bloed...
en dan zijn-we-d`r weer... helemaal!