Jonas Van Geel - Aan De Liefde Ten Onder

(Strofe 1, Jonas)
Het kleine arme lijf
Gemaakt van vlees en bloed

(Jelle)
Weet met zichzelf geen blijf
Niet meer hoe het ademen moet
Houdt de lippen koppig stijf

(Jonas)
Maar binnenin lijkt er voorgoed
Iets kapot dat al zo vaak gebroken was

(Jelle)
Steeds weer moet herrijzen uit de as

(Refrein Jonas & Jelle)
Aan de liefde ten onder
Voor de zoveelste keer
En al doet het zeer
We kunnen niet zonder
Want wie zijn we dan
De liefde maakt de man

(Strofe 2, Jelle)
't was een teken aan de wand
Op die dinsdag koud en nat

(Jonas)
Met je jas zo in de hand

(Jonas & Jelle)
Dat je geen woorden nodig had (Jelle)
Om mij te zeggen schat
Ik laat je weer alleen

(Jonas)
Met enkel nog wat foto's om je heen

(Refrein Jonas & Jelle)
Aan de liefde ten onder
Voor de zoveelste keer
En al doet het zeer
We kunnen niet zonder
Want wie zijn we dan
De liefde maakt ...

(Bridge, Jelle)
Dat net op het moment
Dat de troost van het café

(Jonas & Jonas)
M'n allereerste pijn wat heeft verzacht

(Jonas)
Likt ze aan haar glas
Nu stapt ze op me toe

(Jonas & Jelle)
En zie ik hoe ze vrolijk naar me lacht
Maar 't zal toch niet zijn
Die stem hier diep in mij
Fluistert zal ik weer
Durf ik weer
Moet ik weer
Ga ik weer

(Refrein Jonas & Jelle)
Aan de liefde ten onder
Voor de zoveelste keer
En al doet het zeer
We kunnen niet zonder
Want wie zijn we dan
De liefde maakt de man