logo songteksten.net

Zoeken

Zoekresultaten:

Daylight come and we drop the bomb... He! we say pay we say pay we say pay hehhoo.. kick your ass then we gonna come home George bush say that, revenge come! Payback come, then we drop the bomb. Lord throw bombs till the morning come! Payback come and we drop the bomb. Come mister Taliban,

in de stad Amsterdam waar de zeelieden lallen tot hun nachtmerries schallen over oud Amsterdam in de stad Amsterdam waar de zeelieden dronken als een wimpel zo lam in de dokken gaan ronken in de stad Amsterdam waar de zeeman verzuipt vol bier en van gram als de morgen ontlu

liefje hier ben ik weer later dan ooit jij slaapt ik ben dronken ik leer het ook nooit paar vrienden paar bieren dan vliegt de nacht en ik denk er niet aan of jij op me wacht ik ben ook een klootzak ik doe alles fout het is me een raadsel dat jij van me houdt maar ik da

ze zeggen dat je dit ze zeggen dat je dat ze zeggen dat je zus en zo is er altijd wat ze zeggen ze zeggen de mensen zeggen zoveel ze laten met hun praten geen spaander van je heel zou je dan niet zus zou je zus niet zo doe het dan voor mij doe het voor de show ze ze

hond blaft in de nacht blinde muren blaffen terug ratten klimmen uit de gracht stad op haar rug auto stopt portieren slaan stappen de stilte in man? vrouw? late baan? naar huis geen huis geen zin dan weer stil en donker een verre torenslag de stad haalt adem voor de dag s

je kan vreselijk met me lachen je kan je lol met mij niet op ik ben voor elke grap te porren hou me tegen als ik stop of het nu dertig graden vriest of het nu regent dat het giet je kan vreselijk met me lachen maar nu even niet je kan vreselijk met me lachen al is er helemaal

en het komt met en het is of en het voelt als en het gaat van waar niemand bij stilstaat waar niemand aan dacht waar niemand op rekent waar iedereen op wacht wat niet voor de hand ligt en niet in de lijn laat het vanavond gebeuren laat het vanavond zo zijn wat

he ober he doe me een lol he ober he gooi nog eens vol he ober he doe mij een plezier he ober he nog een laatste bier de nacht is koud en eenzaam als een hoerekier he ober he doe me een lol he ober he gooi nog eens vol de nacht is koud en eenzaam als een honde

juffrouw juffrouw nog maar een pils en een paar kwartjes want de jukebox staat stil wat wil u horen? het maakt mij niet uit de stilte maakt me eenzaam de jukebox geluid iedere knop die ik druk gaat over ongeluk juffrouw juffrouw het leed in dit lied het gaat over de lie

jij bent de zon die toch nog opkomt op een doordeweekte dag jij bent de vogels in de bomen en de luwte na de slag jij bent het open raam naar buiten met de wind in het gordijn jij bent die een twee drie seconden die het altijd mogen zijn jij bent de neon in de plassen op mijn vrijdagavon

pijn in mijn hart slaap niet van de pijn waar zou mijn liefje zijn god, waar is ze nou pijn in mijn hart laat me niet gaan ik doe 's nachts geen oog meer dicht ook niet als ik slaap en weer zo'n dag en je wordt niet je dat lief ik wil dat je terug komt terug komt te

als jij het niet meer weet in het donker van je hoofd ze laten weinig heel van waar je in gelooft hoe de tijd ook raast we moeten erdoorheen als jij het niet meer weet je bent niet alleen hou me vast hou me vast als ik het niet meer weet in de rimram van de tijd de bo

blanke man blanke man met zijn witte boordje aan denkt dat hij alles kan kijk nou toch aan wat een beschaafde man kent alle cijfers uit zijn kop zijn hemd is vers hij groet beleefd de pers en je kan hem niets maken maar je weet dat het niet klopt niet dat dat hem schelen kan

kijk haar lopen over straat de melkboer zet zijn flessen neer de zon breekt door geclaxonneer ze maakt wat los in het verkeer kijk haar lopen over straat banden piepen krakend blik mannen vloeken spoedig valt de eerste tik zo als ze dan de hoek omgaat want om de hoek woon ik

Ik seach okkerdeis in foto fan in âld Dauphine, pake syn wein En ik tocht by my sels hoe koene wy der ea yn, yn pake syn wein Ik moat laitsje as ik wer werom tink oan dy tiid It wie pake's earste auto en wat wie er bliid Hy siet grutsk efter it stjoer mei in grouwe sigaar, yn pake syn wein, pake s

Alles is veranderd, niets meer bij het oude Ze staat met lege handen, alles is ze kwijt Slapeloze nachten, ontnemen haar de krachten Iemand moet verliezer zijn, maar niemand wint de strijd Refrein: Ik voel het hart van de aarde beven Een mens die vecht om te overleven Op de vlucht in het dal

Ik zou zo graag met jou onder een boom gewoon even rusten Jouw hoofd op mijn schoot en in je droom zou ik je kussen De zorgen voorbij en alles gaat z’n gang Jij blijft altijd bij mij, minstens m’n hele leven lang De tijd staat even stil (2x) Ik zou zo graag met jou, aan een rivier gewoon

Er is een wereld die jij kent, waar de tijd niet zo hard rent Achter je ogen is, waar jij het liefste bent Op die afgelegen plek die ik stap voor stap ontdek Toon je mij de mooiste kleuren die er zijn En oeoeoeh je laat me stralen Ben de weerkaatsing van een oogverblindend licht En in de wer

Hier sta ik nu, wat moet ik doen Hoe had je het gewild Nog nooit was ik zo dicht bij jou En nooit zo goed in beeld Want als jij er bent Ga ik dromen geloven, dromen geloven En hoe hard je ook rent De vlammen slaan over, over en over, over en over, over en over Jij voelt, hoe mijn liefde is

Ik sluit me op tussen vier kille muren Ik zit gevangen tussen steen en staal Ik zit verweven in vaste patronen Zodat ik alle doelen haal Ingeblikt stapvoets onderweg terug Daar waar het grijs veranderd is in groen Verloren tijd in een stoet tussen stad en land Wat ben ik eigenlijk aan het do

Hij: Meisje aan het vensterraam Ik ken alleen uw naam 't Is of ik haar pas nu ontmoet In een fontein van warme gloed Hoe teder, hoe rein het kind Wier blik mij aan de hare bind Meisje aan het vensterraam Ik ken alleen uw naam Zij: Meester achter schildersraam Ik ken alleen uw naam Toch

Als ieder mens uniek is, hoe kan net iets te veel anders dan in eens toch veel te eng zijn. Zelfs als er ogenschijnlijk niet is, dat een ander zo veranderd en in eens zo ver van jou lijkt. Terwijl ik ook wil durven dromen, worden gelijke kansen afgenomen Ik ben iemand, net als jij en ik knok v

Doe na is normaal schat (Pif Pouf Paf) Wad is 't nah, m'n poeppemieke eb ekik wa' fout gedaan edde wa noedig, poesseminneke? vraag et dan en pakt een pint Gij zeh nah zoe krikkel ja wried ambetaent der is iets, iets on 't broeie wa' zou 't zen? ik pak een pint Refrei

Ik rûn op in snein mei myn maat yn 'e rein En wy seinen: wêr sille wy ris hinne Omdat jo sa sneins by ús yn dat gat Wol in kûgel troch it doarp jaaie kinne Dan is it sa saai op 'e klaai, och oerdei falt it mei Dan is elk oan it wurk Mar sneins is der neat te beleven En dan is it leven sa droech

Ik moet naar bed Maar ik heb geen slaap Ik ben nog lang niet moe. (ooh) Ik moet naar bed Ja, ik moet naar mijn bedje toe (oohooho) Naar bed.. Naar bed naar bed zei duimelot Op slapen is iedereen verzot Maar als je dan niet slapen kan Ja, ja, ja, wat moet je dan Ik ga liever naar buiten om te spele

Ik seach dy yn de tun Ik seach dy yn it ljocht Dunsjend under de moanne Op in moaie simmerjun Fun ik wat ik socht De wierheid sa ticht by my En alles falt te plak Ik gean ut myn dak Ik fiel dy, it komt der oan Ik fiel dat it feest, dat it feest begjint Ik wol dy, jou my dyn han Ik fiel dat it fees

Fjirtjin wiene wy as fyftjin, âlder ha wy grif net west Do wiest by jim omke en muoike, ik wit it allegear nog best It wie simmer en do fytstest hieltyd ús hûs foarby Ik siet yn 'e tún en lake om dat healwiis gewiuw fan dy Hiest in bloeske oan mei knoopkes, fyftjin knoopkes lyts en blau Knoopke

De reizen die we maakten Hebben ons heel wat gebracht We zwierven door de steden en de nacht Soms gingen we door muren Vaak bleven we te lang Nooit kwam er een einde aan de jacht We waren wie we waren En we hadden soms gelijk We voelden ons de koning te rijk Alles komt weer boven Alles komt weer go

Als ik niet weet hoe ik het zeggen moet En elke cel in mij doet pijn Wil jij het zijn die voor me open doet Wil jij er zijn Als ik onvindbaar ver ben afgedwaald En in een dwaze droom verdwijn Wil jij het zijn die mij naar boven haalt Wil jij er zijn Als je niet weet of ik terug kom Of dat ik blijf

Zonnestralen Over water Blauwe luchten Boven zee Zilveren vogels Gouden stranden Zwoele nachten En wij twee We liepen door een vreemde stad We dronken op het plein We wilden als de sterren Er net zo eeuwig zijn Jij bracht de zon De zon in mijn hart Het blijft voor altijd onze zomer Twee levenslang

Even, zie ik scherp en helder Voel ik de energie weer Valt alles op z'n plek Zonder te zoeken naar een reden Het geëikte pad vermeden Aan wegen geen gebrek Hoevaak ik ook verloor Ik bleef dichtbij mij Ik ging altijd maar door Met die stem die zei Hoe diep moet ik gaan Om te overleven Waar moet ik

Onderweg naar de toekomst Weg uit de zinloze sleur Steeds dezelfde geluiden Ik doe het slot op de deur Ik heb de beslissing genomen Ik heb de keuze gemaakt Op een tweesprong gekomen Ben voor de tweede keer ontwaakt Ik kus de grond en alles wat ik achterlaat Ik weet dat ik zal gaan Er is geen houde

Hij heeft zoveel te geven Ligt er hier soms zijn kant Eindelijk iets om voor te leven Maanden springt hij de dans De dans van wikken en wegen Het spel van moord en debat Het verhaal van zon en van regen Blijft het droog, wordt het nat Maar het spel zou een spel Zonder grenzen moeten zijn Zonder mes

De televisie spuwt haar beelden Het nieuws zo levensecht De afstandsbediening zoekt luchtkastelen De avond wordt verrecht, niet echt Een gevoel heb je niet echt Ik pak de krant en lees de koppen Ik leg hem snel opzij Maar het is niet meer te stoppen Ik hoor een zachte stem in mij Wat ben ik waard

Ze heeft voor mij geen tijd Ze heeft het druk met posters plakken tegen dierenleed Wie had dat ooit gedacht Dat er een dag zou komen dat ik ook vegetarisch eet En ik verbaas me elke keer Hoezeer ik ben veranderd sinds die dag Dat ik haar zag Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat Ben ik in touw