Vertaling van: De Kast - Boerebûterfeart Nei Omsk
Boerenbotervaart naar Omsk
Wij rijden met de troika door het witte winterwoud
Het vriest een graad of dertig en het is verrekte koud
De paardehoeven knarsen door de droge verse sneeuw
't Is in Siberië, dus wat anders als de Dokkumer Ee
Ik reis met onze oom Wassilev uit Wolgograd
Waar hij een winkeltje met wodka, kaas en boter heeft
Onze oom is een slimme zakenman naar mijn idee
Een troika vol met boerenboter van de E.E.G.
Die boter, zegt onze oom, is in het Westen veel te duur
Dus vreet men margarine en de boter die blijft over
Daar heeft men dus in Brussel deze oplossing op gevonden:
Wij Russen krijgen die boter voor een dubbeltje per half pond
Boter, (rogge)brood, groene kaas, ja het is (een grote) (af)grijs(elijk)
Boter, (rogge)brood, groene kaas, ach ze zijn lang niet wijs
Wij zijn op reis naar Omsk en oom is in een fleurig humeur
Hij zingt van Hop hop hynke en Hou er de moed maar in
Maar ondertussen wordt het roerig op de achtergrond
En hoort men moorden en janken door de winteravond
Het is een koppel wolven en ze komen dichterbij
Onze oom zet een lied in van Hup sûpengrottenbrij
Dan zingen wij de Wâldsang en ek nog het Heitelân
Maar daarmee houden wij de toestand lang niet in de hand
Het Dokkumer lokaaltsje, Skûtsjesilen is ús nocht
En terwijl de eerste wolf uithaalt naar oom's voeten
Zing ik van Rôlje rôlje en ik geef de wolf een trap
't Is een schande, zegt onze oom, maar de boter moet overboord
Boter, (rogge)brood, groene kaas, ja het is (een grote) afgrijs(elijk)
Groene kaas, boter, (rogge)brood, liever alles kwijt dan dood
Daar ploft het eerste doosje boter op de grond
De wolven vreten als wolven want de wolven zijn gezond
Zo zijn wij voorlopig aan een wisse dood ontkomen
Wol no ris brûzj'en siede en It feintsje fan Menaam De paarden draven pittig, maar we zijn nog niet in Omsk
Het zweet dat staat ons op de rug en toch zijn wij koud
En terwijl het tiende doosje boter voor de wolven ploft
Elts mei graach ris fiskje en De tiid dy hâldt gjin skoft
De boter raakt op maar oom roept: wees maar niet bezorgd
Wij hebben nog wel een doos Pastachoca beregoed
De wolven vreten alles, maar ze houden maar niet op
Daar gaat de laatste Braderije en de Halvamel
Boter, (rogge)brood), groene kaas, God wat wordt onze oom grijs
Groene kaas, boter, (rogge)brood, moeder ik wil nog lang niet dood
Dan zijn wij in Omsk en oom steekt de vuist omhoog
Wij zijn gered, roept hij, ook al is de troika leeg
Ikzelf ben van slag, van het paard en overstuur
Maar oom Wassilev verzuipt zijn allerlaatste geld
Hij zit de hele nacht met al zijn maten in 't café
Ze zingen Bonke Bonkefeart en Henkie Kroes olé
Onze oom wordt op 't laatst vanzelf zo dronken als een muis
Na deze weer een frisse, er is boter bij de vleet
Boter, (rogge)brood, groen kaas, nog een keer en altijd prijs
Groene kaas, boter, (rogge)brood, buiten, Kobus giet nei Appelskea
Boter, (rogge)brood, groen kaas, buiten vriest het dat het kraakt
Groene kaas, boter, (rogge)brood, met de boerenmeid in het hooi
En nu dus de moraal, want die moet dit verhaal toch hebben:
Onze boter is te duur voor de absolute minima
En terwijl de hele wereld nog altijd op een houtje bijt
Zijn in Siberië de wolven als een varken zo vet
Boter, (rogge)brood, groen kaas, oma heeft haar rijbewijs
Groene kaas, boter, (rogge)brood, hagelslag en waterschade
Boter, (rogge)brood, groen kaas, moeder's panty in de knoop
Groene kaas, boter, (rogge)brood, supertrio Wolvega
Boter, (rogge)brood, groen kaas, chocolademelk en anijs
Groene kaas, boter, (rogge)brood, vogels boven Jobbega
Boter, (rogge)brood, groen kaas, 'k zag onze oom Sybren net
Groene kaas, boter, (rogge)brood, zelfs met griep onder de leden
Boter, (rogge)brood, groen kaas, en wie nog meer weet krijgt een prijs
(PS: De Friese teksten zijn bekende Friese liedjes.)
Wij rijden met de troika door het witte winterwoud
Het vriest een graad of dertig en het is verrekte koud
De paardehoeven knarsen door de droge verse sneeuw
't Is in Siberië, dus wat anders als de Dokkumer Ee
Ik reis met onze oom Wassilev uit Wolgograd
Waar hij een winkeltje met wodka, kaas en boter heeft
Onze oom is een slimme zakenman naar mijn idee
Een troika vol met boerenboter van de E.E.G.
Die boter, zegt onze oom, is in het Westen veel te duur
Dus vreet men margarine en de boter die blijft over
Daar heeft men dus in Brussel deze oplossing op gevonden:
Wij Russen krijgen die boter voor een dubbeltje per half pond
Boter, (rogge)brood, groene kaas, ja het is (een grote) (af)grijs(elijk)
Boter, (rogge)brood, groene kaas, ach ze zijn lang niet wijs
Wij zijn op reis naar Omsk en oom is in een fleurig humeur
Hij zingt van Hop hop hynke en Hou er de moed maar in
Maar ondertussen wordt het roerig op de achtergrond
En hoort men moorden en janken door de winteravond
Het is een koppel wolven en ze komen dichterbij
Onze oom zet een lied in van Hup sûpengrottenbrij
Dan zingen wij de Wâldsang en ek nog het Heitelân
Maar daarmee houden wij de toestand lang niet in de hand
Het Dokkumer lokaaltsje, Skûtsjesilen is ús nocht
En terwijl de eerste wolf uithaalt naar oom's voeten
Zing ik van Rôlje rôlje en ik geef de wolf een trap
't Is een schande, zegt onze oom, maar de boter moet overboord
Boter, (rogge)brood, groene kaas, ja het is (een grote) afgrijs(elijk)
Groene kaas, boter, (rogge)brood, liever alles kwijt dan dood
Daar ploft het eerste doosje boter op de grond
De wolven vreten als wolven want de wolven zijn gezond
Zo zijn wij voorlopig aan een wisse dood ontkomen
Wol no ris brûzj'en siede en It feintsje fan Menaam De paarden draven pittig, maar we zijn nog niet in Omsk
Het zweet dat staat ons op de rug en toch zijn wij koud
En terwijl het tiende doosje boter voor de wolven ploft
Elts mei graach ris fiskje en De tiid dy hâldt gjin skoft
De boter raakt op maar oom roept: wees maar niet bezorgd
Wij hebben nog wel een doos Pastachoca beregoed
De wolven vreten alles, maar ze houden maar niet op
Daar gaat de laatste Braderije en de Halvamel
Boter, (rogge)brood), groene kaas, God wat wordt onze oom grijs
Groene kaas, boter, (rogge)brood, moeder ik wil nog lang niet dood
Dan zijn wij in Omsk en oom steekt de vuist omhoog
Wij zijn gered, roept hij, ook al is de troika leeg
Ikzelf ben van slag, van het paard en overstuur
Maar oom Wassilev verzuipt zijn allerlaatste geld
Hij zit de hele nacht met al zijn maten in 't café
Ze zingen Bonke Bonkefeart en Henkie Kroes olé
Onze oom wordt op 't laatst vanzelf zo dronken als een muis
Na deze weer een frisse, er is boter bij de vleet
Boter, (rogge)brood, groen kaas, nog een keer en altijd prijs
Groene kaas, boter, (rogge)brood, buiten, Kobus giet nei Appelskea
Boter, (rogge)brood, groen kaas, buiten vriest het dat het kraakt
Groene kaas, boter, (rogge)brood, met de boerenmeid in het hooi
En nu dus de moraal, want die moet dit verhaal toch hebben:
Onze boter is te duur voor de absolute minima
En terwijl de hele wereld nog altijd op een houtje bijt
Zijn in Siberië de wolven als een varken zo vet
Boter, (rogge)brood, groen kaas, oma heeft haar rijbewijs
Groene kaas, boter, (rogge)brood, hagelslag en waterschade
Boter, (rogge)brood, groen kaas, moeder's panty in de knoop
Groene kaas, boter, (rogge)brood, supertrio Wolvega
Boter, (rogge)brood, groen kaas, chocolademelk en anijs
Groene kaas, boter, (rogge)brood, vogels boven Jobbega
Boter, (rogge)brood, groen kaas, 'k zag onze oom Sybren net
Groene kaas, boter, (rogge)brood, zelfs met griep onder de leden
Boter, (rogge)brood, groen kaas, en wie nog meer weet krijgt een prijs
(PS: De Friese teksten zijn bekende Friese liedjes.)