Vertaling van: Edith Piaf - Milord
Kom toch hier, Meneer,
en ga zitten aan mijn tafel.
Het is zo koud buiten,
en hier is het gezellig.
Kom tot rust, Meneer,
en maak het u gemakkelijk.
Uw zorgen in mijn hart
en uw voeten op een stoel.
Ik ken u, Meneer,
u heeft mij nooit gezien.
Ik ben maar een dochter van de haven,
een schaduw van de straat.
Toch heb ik u gezien,
toen u gisteren langskwam.
U was geen beetje trots,
God! de hemel hield u bezig.
Uw zijden sjaal
lag op uw schouders.
U had een mooi bestaan,
u liep als de koning.
U wandelde triomfantelijk,
aan de arm van een meisje.
Mijn God! wat was ze mooi.
Ik kreeg het koud in mijn hart...
Kom toch hier, Meneer,
en ga zitten aan mijn tafel.
Het is zo koud buiten,
en hier is het gezellig.
Kom tot rust, Meneer,
en maak het u gemakkelijk.
Uw zorgen in mijn hart
en uw voeten op een stoel.
Ik ken u, Meneer,
u heeft mij nooit gezien.
Ik ben maar een dochter van de haven,
een schaduw van de straat. Te zeggen dat het vaak volstaat
dat er een schip was
opdat alles verscheurd zou zijn,
als het schip weer weggaat.
Het neemt met zich mee
het zachte van zulke lieve ogen,
die niet konden begrijpen,
dat zij uw leven verwoestte.
De liefde, dat doet huilen,
zoals het hele bestaan,
en geeft u alle kansen
om het achteraf te hernemen...
Kom toch hier, Meneer,
u ziet eruit als een kind.
Kom tot rust, Milord,
kom in mijn koninkrijk.
Ik verzorg wroeging,
ik zing romantiek,
ik zing over de Meneren
die geen geluk hadden.
Kijk mij aan, Meneer.
U heeft mij nooit gezien.
Maar dat u zou huilen, Meneer,
dat had ik nooit gedacht.
Wel, laat eens zien, Meneer.
Glimlach naar mij, Meneer.
Beter dan dat... een kleine moeite...
Daar, zo moet het!
Kom nu, lach! Meneer
Kom, zing, Meneer
Ta da da da...
Maar ja, dans, Meneer!
Ta da da da...
Bravo, Meneer!
Nog, Meneer!
Ta da da da...
en ga zitten aan mijn tafel.
Het is zo koud buiten,
en hier is het gezellig.
Kom tot rust, Meneer,
en maak het u gemakkelijk.
Uw zorgen in mijn hart
en uw voeten op een stoel.
Ik ken u, Meneer,
u heeft mij nooit gezien.
Ik ben maar een dochter van de haven,
een schaduw van de straat.
Toch heb ik u gezien,
toen u gisteren langskwam.
U was geen beetje trots,
God! de hemel hield u bezig.
Uw zijden sjaal
lag op uw schouders.
U had een mooi bestaan,
u liep als de koning.
U wandelde triomfantelijk,
aan de arm van een meisje.
Mijn God! wat was ze mooi.
Ik kreeg het koud in mijn hart...
Kom toch hier, Meneer,
en ga zitten aan mijn tafel.
Het is zo koud buiten,
en hier is het gezellig.
Kom tot rust, Meneer,
en maak het u gemakkelijk.
Uw zorgen in mijn hart
en uw voeten op een stoel.
Ik ken u, Meneer,
u heeft mij nooit gezien.
Ik ben maar een dochter van de haven,
een schaduw van de straat. Te zeggen dat het vaak volstaat
dat er een schip was
opdat alles verscheurd zou zijn,
als het schip weer weggaat.
Het neemt met zich mee
het zachte van zulke lieve ogen,
die niet konden begrijpen,
dat zij uw leven verwoestte.
De liefde, dat doet huilen,
zoals het hele bestaan,
en geeft u alle kansen
om het achteraf te hernemen...
Kom toch hier, Meneer,
u ziet eruit als een kind.
Kom tot rust, Milord,
kom in mijn koninkrijk.
Ik verzorg wroeging,
ik zing romantiek,
ik zing over de Meneren
die geen geluk hadden.
Kijk mij aan, Meneer.
U heeft mij nooit gezien.
Maar dat u zou huilen, Meneer,
dat had ik nooit gedacht.
Wel, laat eens zien, Meneer.
Glimlach naar mij, Meneer.
Beter dan dat... een kleine moeite...
Daar, zo moet het!
Kom nu, lach! Meneer
Kom, zing, Meneer
Ta da da da...
Maar ja, dans, Meneer!
Ta da da da...
Bravo, Meneer!
Nog, Meneer!
Ta da da da...