Vertaling van: Paul Simon - You can call me Al
Een man loopt door de straat.
Hij zegt: waarom voel ik mij nu zacht in mijn middel?
Waarom voel ik me zacht in het midden?
De rest van mijn leven is zo hard?
Ik heb een herinnering in beeld nodig.
Ik wil een beeld van de verlossing.
Ik wil niet eindigen als een spotprent,
op een begraafplaats voor tekeningen.
Lijkenpikker, lijkenpikker.
Honden in het maanlicht.
Ver weg mijn verlichte deur.
Meneer Bierbuik Bierbuik,
Hou die mormels bij me vandaan.
Je weet dat ik dit niet grappig meer vind.
Wil jij mijn lijfwacht zijn,
dan ben ik je langverloren vriend.
Ik zou je Betty noemen,
en Betty wanneer jij mij roept,
kun je me Al noemen.
Een man loopt door de straat.
Hij zegt: waarom kom ik aandacht tekort?
Die aandacht duurt altijd zo kort..
En mijn nachten zijn zo lang.
Waar zijn mijn vrouw en familie?
Wat als ik hier sterf?
Wie zal mijn voorbeeld zijn,
nu mijn voorbeeld verdwenen is?
Foetsie
Hij dook terug in het steegje,
met een mollig, klein meisje met een vleermuizengezicht .
En daarna daarna,
waren er voorvallen en ongevallen.
Er waren aanwijzingen en aantijgingen. Wil jij mijn lijfwacht zijn,
dan ben ik je langverloren vriend.
Ik zou je Betty noemen,
en Betty wanneer jij mij roept,
kun je me Al noemen.
Noem mij All
Een man loop door de straat.
Het is een straat in een vreemde wereld.
Misschien is het de derde wereld.
Misschien is hij er voor het eerst.
Hij spreekt de taal niet.
Hij heeft geen los geld.
Hij is een buitenlander.
Hij is omgeven door geluid.
Het geluid.
Vee op de marktplaats.
Kleine geluidjes en weeshuizen.
Hij kijkt rond, rond.
Hij ziet engelen in de bouwstijl,
alsmaar in het rond tollen.
Hij zegt: Amen en Halleluja!
Wil jij mijn lijfwacht zijn,
dan ben ik je langverloren vriend.
Ik kan je Betty noemen,
en Betty wanneer jij mij roept,
kun je me Al noemen.
Noem mij Al
Hij zegt: waarom voel ik mij nu zacht in mijn middel?
Waarom voel ik me zacht in het midden?
De rest van mijn leven is zo hard?
Ik heb een herinnering in beeld nodig.
Ik wil een beeld van de verlossing.
Ik wil niet eindigen als een spotprent,
op een begraafplaats voor tekeningen.
Lijkenpikker, lijkenpikker.
Honden in het maanlicht.
Ver weg mijn verlichte deur.
Meneer Bierbuik Bierbuik,
Hou die mormels bij me vandaan.
Je weet dat ik dit niet grappig meer vind.
Wil jij mijn lijfwacht zijn,
dan ben ik je langverloren vriend.
Ik zou je Betty noemen,
en Betty wanneer jij mij roept,
kun je me Al noemen.
Een man loopt door de straat.
Hij zegt: waarom kom ik aandacht tekort?
Die aandacht duurt altijd zo kort..
En mijn nachten zijn zo lang.
Waar zijn mijn vrouw en familie?
Wat als ik hier sterf?
Wie zal mijn voorbeeld zijn,
nu mijn voorbeeld verdwenen is?
Foetsie
Hij dook terug in het steegje,
met een mollig, klein meisje met een vleermuizengezicht .
En daarna daarna,
waren er voorvallen en ongevallen.
Er waren aanwijzingen en aantijgingen. Wil jij mijn lijfwacht zijn,
dan ben ik je langverloren vriend.
Ik zou je Betty noemen,
en Betty wanneer jij mij roept,
kun je me Al noemen.
Noem mij All
Een man loop door de straat.
Het is een straat in een vreemde wereld.
Misschien is het de derde wereld.
Misschien is hij er voor het eerst.
Hij spreekt de taal niet.
Hij heeft geen los geld.
Hij is een buitenlander.
Hij is omgeven door geluid.
Het geluid.
Vee op de marktplaats.
Kleine geluidjes en weeshuizen.
Hij kijkt rond, rond.
Hij ziet engelen in de bouwstijl,
alsmaar in het rond tollen.
Hij zegt: Amen en Halleluja!
Wil jij mijn lijfwacht zijn,
dan ben ik je langverloren vriend.
Ik kan je Betty noemen,
en Betty wanneer jij mij roept,
kun je me Al noemen.
Noem mij Al