Vertaling van: Rowwen Heze - November
Het was twaalf uur in Venlo
Het werd tijd om naar huis te gaan
Toen iemand zie, hey loop eens mee
Het is hier nog niet gedaan
Ik keek je aan en ik schrok der van
Ik had je jaren niet gezien
Je was nog mooi, net zo mooi
Als toen helemaal in het begin
Op het kerkplein in november
Zag ik je voor de eerste keer
De wind die waaide door je haar
En ik zag het gevaar
Ik zag mijn hand al in jouw hand
En dacht loop door loop door
Onderweg heb ik mij zelf verteld
Het was niet meer dan een blad dat valt
Maar een blad dat valt en een boek gaat dicht
Maar wat bleef, dat was jouw gezicht
Overdag de zon en 's nachts de maan
Ik kon je ogen niet weerstaan
Ik dacht meer aan jou dan aan mijzelf
Ik dacht dagen aan een stuk
Wat is dit nou, mooie vrouw
Dit is weggegooid geluk En 's nachts in bed, slaap ik net
Kom jij op bezoek bij mij
Mijn bed is koud, mijn kamer kaal
En ik droom haar daar staan
En je bent zacht als dons als vacht
En ik draai mij om je heen
En in je armen word ik warm
En droom mijn mooiste zin
Te veel gedacht te lang gewacht
Ik ging door op halve kracht
Er bleef niets meer over van dit schip
Het dreef langzaam tot een stip
Tot een puntje aan de horizon
Op een oceaan zo groot
Ik heb alles overboord gegooid
En de haven die kwam nooit
Het was 's morgens vroeg in Venlo
Hoog tijd om naar huis te gaan
Je keek mij aan en ik keek jouw aan
Van kijk ons hier nu staan
Ik greep je hand en ik lachte want
Je gezicht en jouw naam
En hoe je keek je haar weg streek
Toen de zon aan de hemel kwam
Het werd tijd om naar huis te gaan
Toen iemand zie, hey loop eens mee
Het is hier nog niet gedaan
Ik keek je aan en ik schrok der van
Ik had je jaren niet gezien
Je was nog mooi, net zo mooi
Als toen helemaal in het begin
Op het kerkplein in november
Zag ik je voor de eerste keer
De wind die waaide door je haar
En ik zag het gevaar
Ik zag mijn hand al in jouw hand
En dacht loop door loop door
Onderweg heb ik mij zelf verteld
Het was niet meer dan een blad dat valt
Maar een blad dat valt en een boek gaat dicht
Maar wat bleef, dat was jouw gezicht
Overdag de zon en 's nachts de maan
Ik kon je ogen niet weerstaan
Ik dacht meer aan jou dan aan mijzelf
Ik dacht dagen aan een stuk
Wat is dit nou, mooie vrouw
Dit is weggegooid geluk En 's nachts in bed, slaap ik net
Kom jij op bezoek bij mij
Mijn bed is koud, mijn kamer kaal
En ik droom haar daar staan
En je bent zacht als dons als vacht
En ik draai mij om je heen
En in je armen word ik warm
En droom mijn mooiste zin
Te veel gedacht te lang gewacht
Ik ging door op halve kracht
Er bleef niets meer over van dit schip
Het dreef langzaam tot een stip
Tot een puntje aan de horizon
Op een oceaan zo groot
Ik heb alles overboord gegooid
En de haven die kwam nooit
Het was 's morgens vroeg in Venlo
Hoog tijd om naar huis te gaan
Je keek mij aan en ik keek jouw aan
Van kijk ons hier nu staan
Ik greep je hand en ik lachte want
Je gezicht en jouw naam
En hoe je keek je haar weg streek
Toen de zon aan de hemel kwam