Vertaling van: Georges Brassens - Chanson pour l'Auvergnat
Dit lied, het werd gemaakt voor jou
Jij de Auvergne-bewoner die zonder meer
Mij vier blokken hout gaf
Toen het kil was in mijn leven;
Jij die mij vuur gaf toen
De brave mannen en vrouwen,
alle mensen van goede wil
De deur voor mijn neus hadden dichtgegooid.
Het was niet meer dan ‘n beetje hout,
Maar het heeft mijn lichaam verwarmd
En in mijn ziel brandt het nog steeds
Op de wijze van een groot vreugdevuur.
Jij, Auvergne-bewoner, wanneer jij sterft,
Wanneer de lijkdrager jou komt halen,
Laat hij je leiden dwars door de hemel
Naar de eeuwige Vader. Dit lied, dit lied, het is voor jou,
Jij de gastvrouw die zonder meer
Mij vier stukken brood gaf
Toen er honger kwam in mijn leven;
Jij die je broodtrommel voor mij opende
Toen de nette mannen en vrouwen,
Al die mensen van goede wil
Genoten van mij te zien vasten.
Het was niet meer dan 'n beetje brood,
Maar het heeft mijn lichaam verwarmd
En in mijn ziel brandt het nog steeds
Op de wijze van een groot festijn.
Jij die gastvrouw, wanneer jij sterft,
Wanneer de lijkdrager jou komt halen,
Laat hij je leiden dwars door de hemel
Naar de eeuwige Vader.
Dit lied, dit lied, het is voor jou,
Jij onbekende die zonder meer
Ongelukkig naar mij glimlachte
Toen de agenten mij vastnamen;
Jij die niet hebt staan juichen toen
De nette mannen en vrouwen,
alle mensen van goede wil
Moesten lachen omdat ik werd meegevoerd.
Het was niet meer dan 'n beetje honing,
Maar het heeft mijn lichaam verwarmd
En in mijn ziel brandt het nog steeds
Op de wijze van een grote zon.
Jij de onbekende, wanneer jij sterft,
Wanneer de lijkdrager jou komt halen,
Laat hij je leiden dwars door de hemel
Naar de eeuwige Vader.
Jij de Auvergne-bewoner die zonder meer
Mij vier blokken hout gaf
Toen het kil was in mijn leven;
Jij die mij vuur gaf toen
De brave mannen en vrouwen,
alle mensen van goede wil
De deur voor mijn neus hadden dichtgegooid.
Het was niet meer dan ‘n beetje hout,
Maar het heeft mijn lichaam verwarmd
En in mijn ziel brandt het nog steeds
Op de wijze van een groot vreugdevuur.
Jij, Auvergne-bewoner, wanneer jij sterft,
Wanneer de lijkdrager jou komt halen,
Laat hij je leiden dwars door de hemel
Naar de eeuwige Vader. Dit lied, dit lied, het is voor jou,
Jij de gastvrouw die zonder meer
Mij vier stukken brood gaf
Toen er honger kwam in mijn leven;
Jij die je broodtrommel voor mij opende
Toen de nette mannen en vrouwen,
Al die mensen van goede wil
Genoten van mij te zien vasten.
Het was niet meer dan 'n beetje brood,
Maar het heeft mijn lichaam verwarmd
En in mijn ziel brandt het nog steeds
Op de wijze van een groot festijn.
Jij die gastvrouw, wanneer jij sterft,
Wanneer de lijkdrager jou komt halen,
Laat hij je leiden dwars door de hemel
Naar de eeuwige Vader.
Dit lied, dit lied, het is voor jou,
Jij onbekende die zonder meer
Ongelukkig naar mij glimlachte
Toen de agenten mij vastnamen;
Jij die niet hebt staan juichen toen
De nette mannen en vrouwen,
alle mensen van goede wil
Moesten lachen omdat ik werd meegevoerd.
Het was niet meer dan 'n beetje honing,
Maar het heeft mijn lichaam verwarmd
En in mijn ziel brandt het nog steeds
Op de wijze van een grote zon.
Jij de onbekende, wanneer jij sterft,
Wanneer de lijkdrager jou komt halen,
Laat hij je leiden dwars door de hemel
Naar de eeuwige Vader.