Vertaling van: Jacques Brel - Le plat pays
Met de Noordzee aan het laatste braakliggend land
En golven van duinen om de golven tegen te houden
En vage rotsen die door de vloed worden ingehaald
En die voor altijd het hart in mineur zullen hebben,
Met oneindige dagen van zeemist voor de boeg,
Bij Oostenwind, luistert hoe het stand houdt
Dat vlakke land dat het mijne is.
Daar zijn de kathedralen de enige bergen
En donkere torens als klimpalen op de kermis
Daar worden de wolken door stenen duivels aan de haak geslagen,
Met de loop van de dagen als enige reis
En wegen van regen als enige groet,
Bij Westenwind, luistert naar zijn wilskracht,
Van dat vlakke land dat het mijne is. Met een hemel zo laag dat een kanaal de weg kwijt is
Met een hemel zo laag dat het deemoedig maakt,
Met een hemel zo grijs dat een kanaal zich heeft uitgestrekt,
Met een hemel zo grijs dat men hem moet vergeven;
Met de Noordenwind die zich komt uiteenrafelen,
Ja bij Noordenwind, hoort het toch kraken
Dat vlakke land dat het mijne is.
Met iets van Italiƫ dat mee komt met de Schelde,
Met de blonde Frida als zij wordt als Margot,
Als de zonen van november bij ons terugkeren in mei
Als de vlakte rookt en trilt onder de julizon,
Als de wind kan lachen, als de wind het koren doet wuiven,
Als de wind uit het Zuiden komt, hoort het dan zingen
Dat vlakke land dat het mijne is.
En golven van duinen om de golven tegen te houden
En vage rotsen die door de vloed worden ingehaald
En die voor altijd het hart in mineur zullen hebben,
Met oneindige dagen van zeemist voor de boeg,
Bij Oostenwind, luistert hoe het stand houdt
Dat vlakke land dat het mijne is.
Daar zijn de kathedralen de enige bergen
En donkere torens als klimpalen op de kermis
Daar worden de wolken door stenen duivels aan de haak geslagen,
Met de loop van de dagen als enige reis
En wegen van regen als enige groet,
Bij Westenwind, luistert naar zijn wilskracht,
Van dat vlakke land dat het mijne is. Met een hemel zo laag dat een kanaal de weg kwijt is
Met een hemel zo laag dat het deemoedig maakt,
Met een hemel zo grijs dat een kanaal zich heeft uitgestrekt,
Met een hemel zo grijs dat men hem moet vergeven;
Met de Noordenwind die zich komt uiteenrafelen,
Ja bij Noordenwind, hoort het toch kraken
Dat vlakke land dat het mijne is.
Met iets van Italiƫ dat mee komt met de Schelde,
Met de blonde Frida als zij wordt als Margot,
Als de zonen van november bij ons terugkeren in mei
Als de vlakte rookt en trilt onder de julizon,
Als de wind kan lachen, als de wind het koren doet wuiven,
Als de wind uit het Zuiden komt, hoort het dan zingen
Dat vlakke land dat het mijne is.