Vertaling van: Les frères Jacques - Barbara
Weet je nog, Barbara,
Het regende die dag aanhoudend
In Brest
En jij liep daar, met een glimlach,
Opgetogen, stralend, druipend in de regen.
Weet je nog, Barbara,
Het regende gestaag in Brest;
Ik zag je daar, Siamstraat,
Met een glimlach, en ik glimlachte ook.
Weet je nog, Barbara,
Jij die ik totaal niet kende
Jij die mij totaal niet kende,
Weet je nog, denk toch terug
Aan die dag, vergeet hem niet.
Een man schuilde in een portiek
En riep je bij de naam: Barbara!
En jij rende op hem af, in de regen,
Druipend, stralend, opgetogen,
En je vloog in zijn armen,
Denk daar nog eens aan, Barbara! En vergeef het mij als ik steeds zeg 'jij',
Ik zeg jij tegen al wie ik liefheb,
Zelfs wie ik slechts eenmaal heb gezien,
Ik zeg jij tegen alle geliefden,
Zelfs als ik ze helemaal niet ken.
Weet je nog, Barbara,
Vergeet die regen niet, die viel op de zee
Op je blije gezicht, op deze blije stad,
Die viel op de zee, het arsenaal,
En op de pier van Ouessant.
Ach, Barbara! Hoe vuil is de oorlog,
Wat is er nu van jou geworden
En die regen van ijzer, staal en bloed.
En hij die je vol liefde drukte aan zijn hart,
Is hij nu dood, verdwenen,
Of toch nog in leven?
Ach, Barbara, het regent nog in Brest,
Maar niets is nu eender, alles is verwoest,
Een regen van rouw, gruwelijk en doods:
Het is zelfs niet meer dat gedonder van ijzer, staal en bloed,
Gewoon wolken die creperen als honden,
Honden die met de stroom mee
Verdwijnen van Brest
En ver weg gaan rotten,
Oh, ver, ja heel ver weg van Brest;
Brest, waarvan bleef over: Niets.
Het regende die dag aanhoudend
In Brest
En jij liep daar, met een glimlach,
Opgetogen, stralend, druipend in de regen.
Weet je nog, Barbara,
Het regende gestaag in Brest;
Ik zag je daar, Siamstraat,
Met een glimlach, en ik glimlachte ook.
Weet je nog, Barbara,
Jij die ik totaal niet kende
Jij die mij totaal niet kende,
Weet je nog, denk toch terug
Aan die dag, vergeet hem niet.
Een man schuilde in een portiek
En riep je bij de naam: Barbara!
En jij rende op hem af, in de regen,
Druipend, stralend, opgetogen,
En je vloog in zijn armen,
Denk daar nog eens aan, Barbara! En vergeef het mij als ik steeds zeg 'jij',
Ik zeg jij tegen al wie ik liefheb,
Zelfs wie ik slechts eenmaal heb gezien,
Ik zeg jij tegen alle geliefden,
Zelfs als ik ze helemaal niet ken.
Weet je nog, Barbara,
Vergeet die regen niet, die viel op de zee
Op je blije gezicht, op deze blije stad,
Die viel op de zee, het arsenaal,
En op de pier van Ouessant.
Ach, Barbara! Hoe vuil is de oorlog,
Wat is er nu van jou geworden
En die regen van ijzer, staal en bloed.
En hij die je vol liefde drukte aan zijn hart,
Is hij nu dood, verdwenen,
Of toch nog in leven?
Ach, Barbara, het regent nog in Brest,
Maar niets is nu eender, alles is verwoest,
Een regen van rouw, gruwelijk en doods:
Het is zelfs niet meer dat gedonder van ijzer, staal en bloed,
Gewoon wolken die creperen als honden,
Honden die met de stroom mee
Verdwijnen van Brest
En ver weg gaan rotten,
Oh, ver, ja heel ver weg van Brest;
Brest, waarvan bleef over: Niets.