Vertaling van: Bruce Springsteen - My father's house
Afgelopen nacht droomde ik
dat ik een kind was dat opgroeide
waar de sparren groeien zo wild en groot
Ik probeerde thuis te komen
door het bos voordat het donker werd
Ik hoorde de wind ruisen langs de bomen
en spookachtige stemmen kwamen van de velden
Ik rende met mijn bonzend hart
op dat gebroken pad
Met de duivel op de hielen
Ik baande dwars door de struiken en daar in de nacht
Stond mijn vaders huis in het lamplicht hard en fel
de takken en doornen scheurden mijn kleren,
en krasten over mijn armen
Ik rende tot ik bibberend in zijn armen lag Ik werd wakker en bedacht dat de harde feiten
waar we zo'n zorg over maken
ons nooit meer uit elkaars hart verdrijven, meneer
Ik kleedde me aan, en reed naar dat huis
vanaf de weg
kon ik het licht van de ramen zien
Ik liep de trap op en op de veranda stond een vrouw
die ik niet herkende en zij sprak tegen me
door een gesloten deur,
Ik vertelde mijn verhaal en voor wie ik kwam
Ze zei: 'Het spijt me jongen,
maar hier woont niemand meer met die naam.'
Mijn vaders huis in lamplicht hard en fel,
staat als baken dat mij roept in de nacht
Roept en roept, zo koud en eenzaam
Schijnend over de donkere snelweg
waar onze zonden ongeschonden liggen
dat ik een kind was dat opgroeide
waar de sparren groeien zo wild en groot
Ik probeerde thuis te komen
door het bos voordat het donker werd
Ik hoorde de wind ruisen langs de bomen
en spookachtige stemmen kwamen van de velden
Ik rende met mijn bonzend hart
op dat gebroken pad
Met de duivel op de hielen
Ik baande dwars door de struiken en daar in de nacht
Stond mijn vaders huis in het lamplicht hard en fel
de takken en doornen scheurden mijn kleren,
en krasten over mijn armen
Ik rende tot ik bibberend in zijn armen lag Ik werd wakker en bedacht dat de harde feiten
waar we zo'n zorg over maken
ons nooit meer uit elkaars hart verdrijven, meneer
Ik kleedde me aan, en reed naar dat huis
vanaf de weg
kon ik het licht van de ramen zien
Ik liep de trap op en op de veranda stond een vrouw
die ik niet herkende en zij sprak tegen me
door een gesloten deur,
Ik vertelde mijn verhaal en voor wie ik kwam
Ze zei: 'Het spijt me jongen,
maar hier woont niemand meer met die naam.'
Mijn vaders huis in lamplicht hard en fel,
staat als baken dat mij roept in de nacht
Roept en roept, zo koud en eenzaam
Schijnend over de donkere snelweg
waar onze zonden ongeschonden liggen