Sjaak Bral - Takke Kerst

De boom staat in de kamer, Haleloeja!
De boom staat in de kamer, Haleloeja!

En aan die boom daar zit een tak,
een reuze tak, een pracht van een tak
Sjongejongejonge wat een tak is dat!
En de tak aan de boom
En de boom staat in de kamer, Haleloeja!
De boom staat in de kamer, Haleloeja!

En aan die tak daar hangt een bal
een reuze bal, een pracht van een bal
Sjongejongejonge wat een bal is dat
En de bal aan de tak, en de tak aan de boom
En de boom staat in de kamer, Haleloeja!
De boom staat in de kamer, Haleloeja!

En bij die bal daar brandt een kaars,
een grote kaars, een dikke kaars!
Sjongejongejonge wat een kaars is dat
en de kaars bij de bal, en de bal aan de tak, en de tak aan de boom
en de boom staat in de kamer, Haleloeja!
De boom staat in de kamer, Haleloeja!

En bij die kaars daar hangt een krans,
een chocolade, boter krans
Sjongejongejonge wat een krans is dat
En de krans bij de kaars,en de kaars bij de bal, en de bal aan de tak, en de tak aan de boom
en de boom staat in de kamer, Haleloeja!
De boom staat in de kamer, Haleloeja! En bij aan krans daar zit een kind
een zeikend kind, een klier van een kind
Sjongejongejonge wat een kind is dat
En de kind aan de krans, en de krans bij de kaars,en de kaars bij de bal, en de bal aan de tak, en de tak aan de boom
en de boom staat in de kamer, Haleloeja!
De boom staat in de kamer, Haleloeja!

En bij dat kind daar staat z`n ma,
een boze ma, met een hernia
Sjongejongejonge wat een hernia
En de ma bij het kind, en de kind aan de krans, en de krans bij de kaars,en de kaars bij de bal, en de bal aan de tak, en de tak aan de boom
en de boom staat in de kamer, Haleloeja!
De boom staat in de kamer, Haleloeja!

En ma die pakt een kerstkalkoen,
die wou ze in de oven doen
Sjongejongejonge wat een pracht kalkoen
De kalkoen bij de ma, en de ma bij het kind, en de kind aan de krans, en de krans bij de kaars,en de kaars bij de bal, en de bal aan de tak, en de tak aan de boom
en de boom staat in de kamer, Haleloeja!
De boom staat in de kamer, Haleloeja!

Met de kalkoen geeft ma een knal, boven op z`n bowlingbal,
een fikse knal, een harde knal
Sjongejongejonge wat een knal is dat
En het kind raakt de kaars,
en de kaars op de grond,
en de vlam in z`n broek,
en z`n broek in de hens,
en z`n haar in de brand,
en de vlam is te groot,
en het vuur is te heet,
en het huis in de fik,
en het kind is verkoold,
en de ma uit het raam,
en de pa rijdt haar aan want die zag haar niet staan!
en hij klimt in de boom..
en verhangt zich in de kamer, haleloeja
verhangt zich in de kamer, haleloeja

maar de boom bleef ongedeerd,
want die was geimpregneerd!