Uitstel songfestival kost gemeente Rotterdam 6,7 miljoen euro
De gemeente Rotterdam heeft al voor 8,1 miljoen euro kosten gemaakt als gaststad van het Eurovisiesongfestival, waarvan maximaal 6,7 miljoen euro aan kosten die niet worden gedekt door de verzekering als het songfestival in 2021 in Rotterdam doorgaat. Dat laat het Rotterdamse college van B&W weten.
De European Broadcasting Union (EBU) heeft besloten om het songfestival in verband met de coronacrisis te verplaatsen naar 2021. De organiserende omroepen vinden het logisch dat Rotterdam ook volgend jaar gaststad van het muziekfestijn zal zijn. Wethouder Said Kasmi: "Als Rotterdam in 2021 gaststad is, zijn de reeds gemaakte kosten - we waren in de eindfase van de voorbereidingen beland - niet voor niets geweest."
Het Rotterdamse college vraagt de Rotterdamse gemeenteraad om 6,7 miljoen euro ter beschikking te stellen, onder meer voor de huur en beveiliging van Ahoy, citydressing en de aanbesteding van de producent van Eurovision village. Die kosten kunnen namelijk niet worden verhaald op de verzekering. Als een andere stad gaststad wordt, lopen de kosten voor de gemeente vanwege de al gemaakte contractafspraken mogelijk verder op.
De Rotterdamse raad besluit op 23 april of Rotterdam ook volgend jaar gaststad van het Eurovisiesongfestival wil zijn.