Royal Blood popelt om nieuwe songs voor publiek te spelen

"Het is raar. Het lijkt niet echt", zegt Kerr over het feit dat hij snel weer het podium op kan. Samen met zijn maatje Ben Thatcher is hij komende zomer op een aantal festivals in Groot-Brittannië te zien. "Het idee om weer in het gezelschap van mensen te zijn voelt een beetje buitenaards." Desondanks kunnen Kerr en Thatcher niet wachten om de songs van hun nieuwe album voor publiek te spelen.

Het duo, dat in 2011 werd opgericht, was halverwege de opnamen van zijn derde album Typhoons toen Groot-Brittannië vorig jaar maart in lockdown ging. Die onderbreking bleek een goede zaak te zijn voor de twee muzikanten. Ze verhuisden naar een studio in Brighton, de stad waar ze opgroeiden, en schreven uiteindelijk meer nummers dan gepland was. "Terugkijkend was dit het beste dat ons is overkomen", zegt Kerr dan ook.

"De wereld om je heen viel uit elkaar", kijkt Kerr terug. "Dat gaf ons meer moed om nog dieper te duiken in het concept van het album." Op Typhoon staan slecht gedrag en zelfdestructie centraal. Kerr beschrijft het gevoel van de plaat als "een schijnbaar oneindige lus van zelfdestructie". Hoewel de teksten op nummers als Typhoons en Limbo behoorlijk duister zijn, is de muziek dat niet, volgens Kerr. "Mijn theorie is dat, omdat het destijds zo somber en regenachtig en koud en ellendig was, het bijna is alsof we muziek wilden maken die het tegenovergestelde was." Daarom willen Kerr en Thatcher de songs zo graag live spelen voor hun fans. "We willen er één groot feest van maken", zeggen ze.