Dylan-producer Bob Johnston overleden
NASHVILLE - De legendarische platenproducer Bob Johnston, de man achter de platen die Bob Dylan, Leonard Cohen, Simon & Garfunkel en Johnny Cash in de jaren zestig beroemd maakten, is dit weekend overleden in een hospice in Nashville. Dat meldt het dagblad The Austin Chronicle. Johnston, die oorspronkelijk uit Texas kwam, werd 83 jaar.
Na een jaar of tien met matig succes als liedjesschrijver voor anderen te hebben gewerkt - hij maakte zelf ook enkele platen onder de naam Don Johnston - kreeg hij halverwege de jaren zestig een staffunctie bij de grote platenmaatschappij Columbia in New York. Johnston viel met zijn neus in de boter; het was de tijd dat de rockmuziek volwassen werd en tal van klassieke popsterren hun doorbraakwerk zouden maken.
Een van de eerste producties waar hij de hand in had was Dylan’s album Highway 61 Revisited, waarmee de singer-songwriter doorbrak naar het rockpubliek. Hij bleef vervolgens met Dylan samenwerken gedurende diens hele eerste Columbia-periode, tot en met het album New Morning uit 1970. Johnston was het ook die Dylan aanraadde zijn tot klassieker uitgegroeide album Blonde on Blonde uit 1966 in Nashville op te nemen, omdat daar volgens hem geschiktere muzikanten waren dan in New York. Dylan ‘vereeuwigde’ Johnston op zijn album Nashville Skyline uit 1969: tijdens het intro van het nummer To Be Alone with You hoor je hem zeggen 'Is it rolling, Bob', informerend of de band al loopt.
Johnston was daarnaast verantwoordelijk voor de opnamen van invloedrijke albums uit de jaren zestig als Bookends van Simon & Garfunkel, Parsley, Sage, Rosemary and Thyme, Songs from a Room en Songs of Love and Hate van Leonard Cohen en de Johnny Cash klassiekers At Folsom Prison en Johnny Cash in San Quentin. Daarnaast produceerde hij albums voor onder meer The Byrds, Moby Grape en Dino Valente. In de jaren zeventig ging Johnston als freelancer aan de slag en werd zijn invloed minder.