logo songteksten.net

Zanger Leonard Cohen was vooral dichter

RIJSWIJK - Leonard Cohen werd in de jaren 60 wereldberoemd met zijn liedjes Suzanne, So long Marianne en Bird on a Wire. Aanvankelijk begon hij als dichter, maar met zijn monotone, melancholieke stem had hij als muzikant meer succes. Hij overleed donderdag op 82-jarige leeftijd.

Evenals Bob Dylan bracht Cohen de poëzie in de popmuziek, die toen nog in haar kinderschoenen stond. Zijn poëtische songs hadden grote invloed op latere generaties zangers en zangeressen. Zijn invloed op de rockmuziek bleek in 1995, toen bekende muzikanten als Sting, Elton John en Bono meededen aan een tribute-cd.

Door zijn literaire achtergrond maakte Cohen deel uit van twee totaal verschillende werelden. In de rockscene bleef de gedistingeerd ogende Cohen een vreemde eend in de bijt, terwijl hij in de literaire wereld ook niet serieus werd genomen.

Cohen werd in 1934 in het Canadese Montreal geboren. Op zijn 17e ging hij letterkunde studeren. In 1956 verscheen zijn eerste dichtbundel Let Us Compare Mythologies, waarmee hij in Canada in een klap beroemd werd.

Begin jaren 60 reisde Cohen door Europa. Hij streek uiteindelijk neer op het Griekse eiland Hydra, waar hij zeven jaar verbleef. Hij schreef er enkele dichtbundels en twee romans, waaronder Beautiful Losers, dat in het Nederlands werd vertaald als Glorieuze verliezers. Van deze boeken werden ruim 1,5 miljoen verkocht, waardoor Cohen een comfortabel leven kon leiden..

In 1967 vestigde hij zich in de Verenigde Staten en ging hij songs schrijven voor anderen. Toen zangeres Judy Collins groot succes had met zijn liedje Suzanne, besloot Cohen zelf zijn liedjes te spelen. In 1967 verscheen zijn eerste album.

In zijn songteksten verwijst hij naar zijn verloren liefdes, de Bijbel en de oorlog. Zo was zijn Who by Fire gebaseerd op een gebed dat de joden op Grote Verzoendag zeggen. Begin jaren 80 werden zijn platen maar matig ontvangen. Maar in 1988 was hij met I'm Your Man weer helemaal terug. Het album, met songs als First We Take Manhattan en Ain't No Cure For Love, bereikte in veel landen de nummer 1 van de hitlijsten.

In de jaren 90 trok Cohen zich terug in een boeddhistisch klooster op een berg in Californië. Gedurende vijf jaar spendeerde hij veel tijd aan mediteren. In 1999 kwam Cohen van de berg naar beneden met honderden nieuwe gedichten en songs.

Eenmaal weer in de bewoonde wereld merkte hij dat de mensheid er intussen niet beter op was geworden. Hij ontdekte dat hij was opgelicht door zijn manager, die hem 5 miljoen dollar lichter had gemaakt. Op zijn oude dag zat de oude bard nagenoeg op zwart zaad en was hij genoodzaakt weer cd's op te nemen en te gaan toeren. In 2013 deed hij ook Nederland weer aan.

Je hebt cookies uitgeschakeld en kunt om die reden niet reageren