‘The Fonz’: humor kun je niet leren
LOS ANGELES - Henry Winkler werd in de jaren 70 wereldberoemd als coole motorliefhebber Arthur ‘The Fonz’ Fonzarelli in Happy Days. De acteur heeft echter tot op de dag van vandaag geen idee hoe je motor rijdt.
"Van leren jassen weet ik best iets, maar van motors: nee”, lacht de 72-jarige over de rock-‘n-roll-kledingstijl van Fonzie. Hij wordt een stuk serieuzer als hij het heeft over een andere vaardigheid die hij niet onder de knie had aan het begin van zijn acteercarrière: lezen. Winkler is dyslectisch, maar kwam daar pas achter toen hij 31 was en al twee jaar in Happy Days speelde. “Ik leerde het script zo snel mogelijk uit mijn hoofd, en de stukken die ik me daarna niet kon herinneren, improviseerde ik.”
Sinds zijn dyslexiediagnose heeft de acteur flinke stappen gemaakt. Hij ging niet alleen boeken lezen, maar werd zelfs auteur; van zijn kinderboekenreeks Hank Zipzer, over een dyslectisch jongetje, verschenen meer dan twintig delen.
Barry
Van het improviseren is hij echter nooit afgestapt. Ook tijdens de opnames van zijn nieuwe serie Barry liet Winkler het script zo vaak mogelijk los. De acteur speelt vanaf maandag in de HBO-serie Gene, de acteercoach van het titelpersonage, een rol van Bill Hader. De comedian schreef Barry ook. Winkler: “En hij heeft me meer dan eens moeten vragen: mag ik de tekst misschien één keer horen zoals ik ‘m geschreven heb? Maar die improvisatie zit er bij mij zo ingebakken, dat ik niet eens doorheb dat ik het doe.”
Barry is een zwarte comedy over een huurmoordenaar die een carrièreswitch wil maken en acteur wil worden. Winkler was meteen verkocht toen hij het scenario las. “Het was alsof ik kasjmier aangereikt kreeg, terwijl de meeste scripts meer een katoenmix zijn.”
Alhoewel hij zowel voor de camera als achter de schermen als producer aan verschillende genres heeft gewerkt, gaat comedy Winkler het makkelijkst af. “Humor is een door God gegeven talent. Dat kun je niet leren. Timing moet je aanvoelen.” Dat hij van nature grappig was, merkte de acteur al vroeg. “Ik deed het vanwege mijn dyslexie vreselijk slecht op school. Ik schaamde me daar ontzettend voor, maar wist dat gevoel te vervangen door humor. Ik kon niet meekomen, maar ik kon ze wel laten lachen. Dat gebruikte ik, en daar ben ik nooit mee opgehouden.”
