Van Hove weet niet hoe samenwerking Bowie kan worden overtroffen
Regisseur Ivo van Hove werkte jarenlang nauw met David Bowie samen aan zijn laatste werk Lazarus. Het was een bijzondere samenwerking in de laatste fase van Bowies leven waar volgens de Vlaming maar weinig aan kan tippen. "Het is een samenwerking die onovertroffen is, maar je weet nooit wat er in het leven gebeurt", zegt de regisseur voor de camera van het ANP.
"Ik had natuurlijk nooit kunnen dromen dat David Bowie op een bepaald moment een telefoontje met mij zou plegen", legt Van Hove uit. Ivo weet niet hoe het in de toekomst loopt, maar zegt dat er maar weinig kan tippen aan de samenwerking met "een bijna godheid".
Sinds donderdag is de Nederlandse versie van Lazarus te zien in het DeLaMar Theater in Amsterdam. Iets waar de regisseur erg trots op is. "We zijn er in 2015 mee begonnen in New York, ondertussen naar Londen geweest, dus ik ben trots en super blij dat we het eindelijk in Nederland kunnen spelen."
Intens
De grote ontbrekende is Bowie zelf, omdat de artiest in 2016 kort na de première overleed. Van Hove kan daar soms nog emotioneel om worden. "Niet als ik aan het werk ben, maar soms overvalt het me. Meestal als ik een interview geef, ik weet ook niet waarom. Het is gewoon een hele intense ervaring voor mij geweest."
Als puber was de regisseur al fan van de zanger en hij werd dan ook flink door hem beïnvloed. "En daarna heb ik hem mogen leren kennen om mee samen te werken. Het was een samenwerkingsverband waarbij we echt van gedachten wisselden", legt hij uit. "Daar heb ik ongelooflijk veel van geleerd. Hoe genereus hij was in de samenwerking en dat hij daar echt van hield."
Of het publiek en de recensenten net zo lovend zullen zijn over de Nederlandse versie, durft Van Hove niet te zeggen. "Het is de derde keer, dus elke keer proberen we hem te verbeteren en aan te passen. Maar doordat we hem in mijn moedertaal spelen, voel ik nu nog beter aan waar de teksten over gaan, tot in elke nuance. Wat mensen er dan van vinden is helemaal aan hen en dat accepteer ik."